Nieuwsbrief augustus 2016

Nieuwsbrief Augustus 2016

De vakantieperiode is voor velen weer voorbij. Voor mij betekent dit dat ik met een frisse blik en met veel zin weer aan het werk ben gegaan. Tijdens de vakantie waren er ook nog fiscale nieuwtjes die voor u van belang kunnen zijn. Hieronder zal ik daar verder op ingaan.

Starten onderneming vanuit kantoor in huurwoning
Een kantoor in een huurwoning zal in de regel niet als zelfstandige woonruimte kunnen worden verhuurd en de kosten zijn derhalve niet als zakelijk op te voeren. Er is echter een mogelijkheid dat wanneer een woning voor 25% ten behoeve van de onderneming wordt gebruikt, het huurrecht keuzevermogen wordt. Als je bij het starten van een onderneming ervoor kiest dat het huurrecht als zakelijk te bestempelen, dan kan je de gehele huur in aftrek brengen, alsmede de inrichtingskosten en 25% van de kosten voor gas, water en elektra. In mindering op deze kosten komt 1,85% van de woz-waarde van de huurwoning als zijnde het privégebruik van de huurwoning.

Op 12 augustus 2016 heeft de Hoge raad hierover uitspraak gedaan en heeft dit ook veelvuldig in de media gestaan. De regeling geldt echter alleen voor zzp-ers die een onderneming starten of verhuizen naar een huurwoning.

Uitbesteden schoonmaakwerk in uw onderneming
Besteedt je je schoonmaakwerk uit? De Inspectie SZW en de Belastingdienst lanceren een checklist voor bedrijven die schoonmaakwerk uitbesteden.

De checklist helpt bedrijven om een schoonmaakbedrijf te beoordelen. Een opdrachtgever is namelijk mede verantwoordelijk om een schoonmaakbedrijf in te huren dat volgens de wet- en regelgeving werkt.

Aansprakelijkheid:
Opdrachtgevers kunnen in sommige gevallen aansprakelijk worden gesteld als het schoonmaakbedrijf niet alles op orde heeft.

Oneerlijke concurrentie:
De meeste schoonmaakbedrijven in Nederland werken op een eerlijke manier, maar er zijn ook schoonmaakbedrijven die zich niet aan de regels houden. Zij dragen bijvoorbeeld hun premies en belastingen niet af, betalen hun schoonmakers onvoldoende of laten ze veel te lang werken. Hierdoor kunnen zij lagere prijzen bedingen wat leidt tot oneerlijke concurrentie.

Toezicht en controle:
De checklist van de Inspectie SZW en de Belastingdienst is ontwikkeld in samenwerking met schoonmaakbrancheorganisaties OSB, RAS en Siev! De Inspectie SZW en de Belastingdienst treden samen met de IND en UWV tegen deze schoonmaakbedrijven op.

Meer info:
De checklist is te vinden op www.checklistschoonmaak.nl of via inspectieszw.nl.

Afkoop pensioen in eigen beheer in 2017
Het pensioen in eigen beheer kan worden afgekocht op basis van de fiscale waarde met een korting van 34,5%. Let op! Ter voorkoming van anticipatie-effecten is de grondslag voor de korting de balanswaarde ultimo 2015. De aangroei van de pensioenverplichting in 2016 valt dus buiten de korting. Voor degenen die een pensioen in eigen beheer hebben, kan het voordelig zijn om van deze korting gebruik te maken. Echter door de afkoop ineens zal de belastingdruk hoger zijn, dan bij uitbetaling van pensioen vanaf de pensioengerechtigde leeftijd. Tevens dient er ook direct belasting te worden afgedragen. Het is dus van belang dat hier goed naar wordt gekeken.

Terugvragen van betaalde btw van oninbare facturen
Op het moment dat definitief vaststaat dat een deel van het factuurbedrag of het gehele bedrag niet meer ontvangen wordt, is het mogelijk de afgedragen btw terug te vragen bij de Belastingdienst. Hiervoor moet een apart schriftelijk verzoek worden ingediend.

Waar dient rekening mee te worden gehouden:

• wanneer een verzoek kan worden ingediend
• op welk moment een verzoek moet worden ingediend
• hoe het verzoek moet worden ingediend
• Wat zijn de gevolgen voor de afnemer als de factuur niet wordt voldaan.

Ook lees je over de gevolgen voor de afnemer als de factuur niet wordt betaald.

Wanneer dien je een verzoek in?
Je kan het verzoek indienen wanneer vaststaat dat de vordering definitief oninbaar is.
De vraag is op welk moment een vordering definitief oninbaar is. Bij een faillissement is dit meestal het moment dat de slotuitdelingslijst is opgesteld door de curator.
Ook kan er sprake zijn van een schuldsanering. Wanneer de overeenkomst tot schuldsanering is opgemaakt staat vast welk deel van de vordering oninbaar is.
Op het moment dat er geen sprake is van een faillissement of schuldsanering kan een vordering toch oninbaar zijn. Bijvoorbeeld als de afnemer weigert te betalen. Het is dan van belang dat je aantoont dat de vordering definitief oninbaar is. Hiertoe moet je laten zien welke stappen er zijn gezet om de vordering alsnog betaald te krijgen. Het vrijwillig prijsgeven van een vordering maakt deze niet oninbaar. Er is geen sprake van een oninbare vordering op het moment dat deze wordt omgezet in een geldlening. Door het omzetten naar een lening is de oorspronkelijke vordering voldaan. Dit leidt dan ook nooit tot een teruggaaf van btw. Dit geldt ook indien de betaling plaatsvindt in natura of in elke andere vorm van verrekening.

Op welk moment moet een verzoek worden ingediend?
Het verzoek moet worden gedaan binnen één maand na het aangiftetijdvak waarin het recht op teruggaaf ontstaat. Wanneer een verzoek na deze termijn wordt ingediend, zal het verzoek niet ontvankelijk verklaard worden en neemt de Belastingdienst het verzoek enkel ambtshalve in behandeling. Dit heeft tot gevolg dat alleen bezwaar en beroep aangetekend kan worden tegen het niet ontvankelijk verklaren.

Hoe moet het verzoek worden ingediend?
Het verzoek om een teruggaaf wegens oninbare vorderingen moet schriftelijk worden ingediend bij de Belastingdienst. Je mag dit niet verwerken in de reguliere btw-aangifte. Met het verzoek stuur je gegevens mee, waaruit blijkt dat de afnemer niet heeft betaald en niet zal betalen. In het verzoek moeten tenminste de volgende gegevens zijn opgenomen:
• gegevens van de belastingplichtige/verzoeker
• naam en adres van de afnemer
• datum en nummer van de betreffende factuur (bij voorkeur kopie factuur toevoegen)
• het niet betaalde factuurbedrag
• het bedrag aan btw dat wordt teruggevraagd.

Gevolgen voor de afnemer als de factuur niet voldaan wordt
Als een afnemer een factuur niet betaalt en wel de btw in aftrek heeft gebracht, moet deze btw worden terugbetaald. Dat moet op het moment waarop redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het factuurbedrag niet meer wordt betaald.
De afnemer moet in ieder geval de teruggevraagde btw terugbetalen wanneer hij twee jaar na de uiterste betaaldatum de factuur nog niet (volledig) heeft betaald. Indien vervolgens alsnog betaald wordt, herleeft de aftrek niet.
Het kan natuurlijk ook al binnen twee jaar duidelijk zijn dat er geen betaling zal plaatsvinden. Dit kan bijvoorbeeld bij een staking zonder baten zijn, of een faillissement waarin geen uitkering aan de crediteuren volgt. De verschuldigdheid ontstaat in dit geval op het moment dat het faillissement wordt uitgesproken en niet pas als de slotuitdelingslijst komt. Maar ook wanneer een incassobureau is ingeschakeld door de leverancier en de betaling nog steeds uitblijft. Ook kunnen er andere stukken aanwezig zijn waaruit valt op te maken dat de vergoeding niet meer voldaan wordt, hierbij kan gedacht worden aan processtukken.
De verschuldigde belasting kan in dit geval wel in de reguliere btw-aangifte worden meegenomen. Verzuimt de afnemer de verschuldigde belasting uit zichzelf terug te betalen, dan kan de Belastingdienst een naheffingsaanslag opleggen, met eventuele boete.