Nieuwsbrief oktober 2016

                                                                                             NIEUWSBRIEF OKTOBER 2016

De meeste ondernemers zijn deze maand bezig met het verzorgen van de kwartaal- of maandaangifte omzetbelasting of laten dit verzorgen door de accountant. Aangezien wij nu in de 10e maand van het jaar zitten, is er bij de ondernemers al aardig zicht op het ondernemingsresultaat dit jaar. Wellicht zijn er al ondernemers die de belastingdienst willen verzoeken om een (hogere) aanslag 2016 te laten opleggen. Dit kan belastingrente besparen en/of box 3-belasting. Hieronder treft u –voor deze maand –weer een aantal fiscale feitjes en nieuwtjes aan.

In welke belastingschijf zit ik nu met mijn inkomen?

In Nederland heb je vier belastingschijven. Echter doordat nu de arbeids- en algemene heffingskorting beiden afhankelijk zijn gemaakt van het inkomen, zijn er nu wel 9 belastingtarieven in de inkomstenbelasting.

Inkomen

Marginale progressiefactor

Opbouw van de factor

€0 - €6.351

0%

per saldo geen IB verschuldigd door algemene heffingskorting en arbeidskorting

€6.351 - €9.010

34,69%

tarief 1ste schijf 36,5% minus 1,81% groei-arbeidskorting

€9.010 - €19.462

16,821%

tarief 1ste schijf 36,5% minus 19,679% groei-arbeidskorting

€19.462 - €19.822

36,5%

tarief 1ste schijf

€19.822 - €49.770

44,32%

tarief 2e/3e schijf 42% plus 2,32% afname algemene heffingskorting

€49.770 - €56.934

48,32%

tarief 3e schijf 42% plus 2,32 afname algemene heffingskorting, plus 4% afname arbeidskorting

€56.934 - €57.585

46%

tarief 3e schijf 42% plus 4% afname arbeidskorting

€57.585 - €100.670

56%

tarief 4e schijf 52% plus 4% afname arbeidskorting

€100.670+                       

52%

 

 Wanneer valt mijn inkomen als vrijwilliger onder de vrijwilligersregeling?

Uw inkomen valt onder de volgende voorwaarden onder de vrijwilligersregeling:

  1.        U doet werk voor een organisatie die geen aangifte vennootschapsbelasting hoeft te doen, een sportorganisatie of een algemeen nut beogende instelling (ANBI)
  2.        De vergoeding mag maximaal € 4,50 per uur zijn (of maximaal € 2,50 voor iemand jonger dan 23 jaar)
  3.        De vergoeding mag tevens maximaal € 150 per maand zijn
  4.        De vergoeding mag tevens maximaal € 1.500 per jaar zijn

Let op! Krijgt de vrijwilliger een bijstandsuitkering? Dan verandert de hoogte van zijn uitkering als de vergoeding voor het vrijwilligerswerk meer is dan € 95 per maand en meer is dan € 764 per jaar. Deze beperking geldt niet als het gaat om vrijwilligerswerk dat de gemeente noodzakelijk vindt voor de re-integratie.

Mooier kunnen we het niet maken: overheid betaalt de helft van de factuur van mijn adviseur

Wilt u zich verder richten op de buitenlandse markten heeft u hierbij fiscale of juridische ondersteuning nodig? Vanaf 1 oktober kan u een kennisvoucher internationaal ondernemen aanvragen. U krijgt dan 50% tegemoetkoming in de kosten. De kennisvoucher is voor Nederlandse MKB-ondernemingen met (enige) internationale ervaring. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert deze regeling uit.

Studietoelage kind uit de BV?

Als u uw kind wilt behoeden voor een torenhoge studieschuld, dan is het wellicht een optie hem parttime, bijvoorbeeld één dag per week, in dienst bij uw BV te nemen. Als u het goed uitkient, betaalt uw kind weinig of geen belasting, terwijl het betaalde loon voor uw BV wel aftrekbaar is. Tot een loon van € 6.351 hoeft, alleen al als gevolg van de arbeids-  en algemene heffingskorting, geen belasting te worden betaald. Tot dit salaris is bruto dus gelijk aan netto. De werkzaamheden van uw zoon of dochter moeten uiteraard wel reëel zijn en daadwerkelijk verricht te worden.

Ben ik nu wel of niet ondernemer?

Om inzicht te krijgen over uw fiscale status zou u de Ondernemerscheck van de Belastingdienst kunnen doen (http://www.belastingdienst-ondernemerscheck.nl/). Als deze een positieve uitslag geeft, kan u een afschrift daarvan bewaren en eventueel ook aan uw opdrachtgever geven. Het stuk kan bij een eventuele latere discussie met de Belastingdienst worden overlegd.

Voor de opdrachtgever en opdrachtnemer bestaat de meeste duidelijkheid natuurlijk uit een goedgekeurde bij de belastingdienst geregistreerde (model)overeenkomst conform de wet DBA.

Tevens heeft Staatssecretaris Wiebes de volgende toelichting gegeven op wel of geen ondernemerschap:

De Staatssecretaris van Financiën noemt een aantal situaties waarin geen sprake kan zijn van het werken buiten dienstbetrekking: "Ook de leraar die (soms tijdelijk) geschiedenis geeft op de middelbare school is (en was) volgens de wet nu eenmaal geen ondernemer. De verpleegster in het ziekenhuis ook niet. Een ICT-er die werkt voor een grote opdrachtgever mogelijk wel, maar niet als hij jarenlang, op vaste werkdagen bij dezelfde opdrachtgever werkt onder gezag van een projectleider van de opdrachtgever. Ook een chauffeur zonder eigen vrachtwagen, die voor zijn opdrachtgever een vaste route rijdt, onderscheidt zich in niets van een werknemer." Brief Staatssecretaris van Financiën van 19 september 2016, nr. 2016-0000142850. De Staatssecretaris van Financiën merkt op dat het gedurende lange tijd voor één opdrachtgever werken een indicatie kan zijn voor een dienstbetrekking: "Meer in algemene zin is een langere termijn een aanwijzing dat er sprake is van werknemerschap, mede in het licht van de fictieve dienstbetrekking voor uitzendkrachten. Hiervoor heeft de Belastingdienst een vuistregel goedgekeurd die de staatssecretaris heeft opgenomen in de bijlage bij zijn brief over de Eerste voortgangsrapportage Wet DBA. Als door de Belastingdienst geboden handreiking bij de invulling van deze open norm mag de gebruiker van de overeenkomst van tussenkomst, zoals een intermediair een termijn van 8 maanden hanteren, waarbij de inspecteur aannemelijk kan maken dat een gebruikelijke duur korter is en de gebruiker aannemelijk kan maken dat die termijn langer is. Deze 8 maanden zijn de rekenkundige benadering van 70% van de duur van een jaar. Met deze bewijslastverdeling is de 8 maanden daarmee niet een in beton gegoten” zekerheid. Meer in algemene zin is een langere termijn een aanwijzing dat er sprake is van werknemerschap, mede in het licht van de fictieve dienstbetrekking