Nieuwsbrief juni 2017

NIEUWSBRIEF JUNI 2017

Het eerste halfjaar van 2017 zit er bijna weer op. Dit is voor accountants en belastingadviseurs vaak een drukke tijd. Als afsluiting van deze drukke tijd, ben ik een week op fietsvakantie geweest in de ‘hautes alpes’ in Frankrijk. Na deze ontspanning door inspanning wordt het weer tijd om de fiscale veranderingen en nieuwtjes te verzamelen in een nieuwsbrief.

Scholingsuitgaven
Uit een uitspraak van de Hoge raad blijkt dat kosten van cursussen, (beroeps)opleidingen en studie alleen in aanmerking kunnen worden genomen bij de bepaling van de winst uit onderneming of het resultaat uit overige werkzaamheden, als de kosten strekken tot het op peil houden van reeds verworven kennis. Indien de kosten betrekking hebben op nieuwe vakkennis te verwerven, waardoor de aard van de producten en/of diensten van de bestaande ondernemingsuitoefening een uitbreiding ondergaat, dan dienen deze kosten als scholingsuitgaven in de aangifte inkomstenbelasting in aanmerking te worden genomen. Een nadeel is dat hier een drempel van
€ 250 geldt.

Teruggaaf btw bij oninbare vorderingen
De regeling voor de teruggaaf van btw bij oninbare vorderingen is per 1-1-2017 versoepeld. De belangrijkste wijziging is dat het recht op teruggaaf in ieder geval ontstaat voor zover de vergoeding één jaar na opeisbaarheid geheel of gedeeltelijk nog niet is ontvangen. Een verdere vereenvoudiging is dat de ondernemer de teruggaaf zelf in mindering brengt in de aangifte en dus geen verzoek om teruggaaf meer hoeft te doen.

Vrijwilligersvergoeding
Als je bij een ANBI (algemeen nut beogende instellingen; bijvoorbeeld goede doelen) recht op een vrijwilligersvergoeding van € 125 per maand, maar daarvan afziet, dan trek je het bedrag als gift af. In de aangifte heeft mag je daarnaast niet nog reis- en andere kosten ter zake van je functie bij de ANBI in aftrek brengen. Omdat de vrijwilligersvergoeding juist voor deze kosten is bedoeld, is aftrek van deze kosten niet mogelijk. De reden hiervoor is dat de vrije vrijwilligersvergoeding fiscaaltechnisch geen vergoeding voor arbeid is, maar voor kosten.

Weer uitstel Wet DBA
Staatssecretaris van Financiën heeft de termijn waarbinnen de Belastingdienst niet handhaaft in het kader van de Wet DBA verlengd tot 1 juli 2018. Tot die tijd kunt u dus in beginsel zonder risico met ZZP-ers werken. Toch dient er wel grondig naar de overeenkomsten met ZZP-ers worden gekeken. Gaat de ZZP-er bijvoorbeeld een beroep doen op loondoorbetaling als hij ziek wordt.

Voorkomen of beperken van belastingrente over inkomstenbelasting
Bij een te betalen bedrag op een aanslag op een aanslag inkomstenbelasting kan belastingrente verschuldigd zijn. Belastingrente wordt berekend vanaf 6 maanden na afloop van het belastingjaar. Momenteel is de belastingrente voor de inkomstenbelasting vastgesteld op 4%. Door het tijdig indienen van een verzoek tot opleggen van een voorlopige aanslag of de aangifte inkomstenbelasting kan belastingrente worden voorkomen of beperkt.

Meer lijfrentepremie betaald dan aftrekruimte
Het komt in de praktijk nogal eens voor dat later blijkt dat lijfrentepremies ten onrechte niet in aftrek zijn gebracht. Tot 2009 moest in dergelijke gevallen de polis worden gesplitst in een box 1-deel (premie aftrekbaar, uitkering belast) en een box 3-deel (poliswaarde belast in box 3, uitkering onbelast). Sinds 2009 kan een nieuw-regimelijfrente niet meer gesplitst in box 1 en box 3 vallen. Box 1 is dwingend voorgeschreven. Sinds 2010 geldt dit ook voor oud-regimecontracten. Nu geldt het volgende. De lijfrentepolis valt volledig in box 1. Als in een jaar de premie niet (volledig) is afgetrokken, kan deze aan een uitkering worden toegerekend en blijft de uitkering in zoverre onbelast. De premie die daarvoor in aanmerking komt, is echter beperkt tot € 2.269 per jaar. Deze beperking geldt echter niet voor tot en met 2009 betaalde premies. De verzekeraar zal in deze gevallen gewoon loonbelasting inhouden over het volledige uitkeringsbedrag. Bij de Belastingdienst kan een 'Verklaring niet-afgetrokken premies of bedragen' worden aangevraagd. Met dit document is de verzekeraar gemachtigd om over het desbetreffende bedrag inhouding van LB achterwege te laten.Als een ondernemer of resultaatgenieter een werkruimte in zijn eigen woning heeft, kan hij alleen onder strenge voorwaarden de kosten van deze werkruimte aftrekken. Zo moet het gaan om een zelfstandig deel van de woning. Als de ondernemer of resultaatgenieter niet elders over een andere werkruimte beschikt, moet hij voldoen aan twee toetsen. Ten eerste moet hij minstens 70% van zijn arbeidsinkomen in of vanuit de werkruimte verdienen. Daarnaast moet hij minstens 30% van zijn arbeidsinkomen behalen in de werkruimte. In dit verband bestaat het arbeidsinkomen uit ondernemingswinst, belastbare loon en resultaat uit overige werkzaamheden. Hof Den Haag heeft geoordeeld dat men bij deze toetsen het loon uit vroegere dienstbetrekking ook rekent tot het ‘arbeidsinkomen’. In de zaak voor het hof bestond het arbeidsinkomen van een resultaatgenieter voor bijna 69% uit loon uit vroegere dienstbetrekking. Daardoor voldeed hij niet aan de eerste toets en mocht hij de kosten van de werkruimte in zijn eigen woning niet aftrekken.

Geen aftrek werkruimte bij te groot aandeel pensioen

Als een ondernemer of resultaatgenieter een werkruimte in zijn eigen woning heeft, kan hij alleen onder strenge voorwaarden de kosten van deze werkruimte aftrekken. Zo moet het gaan om een zelfstandig deel van de woning. Als de ondernemer of resultaatgenieter niet elders over een andere werkruimte beschikt, moet hij voldoen aan twee toetsen. Ten eerste moet hij minstens 70% van zijn arbeidsinkomen in of vanuit de werkruimte verdienen. Daarnaast moet hij minstens 30% van zijn arbeidsinkomen behalen in de werkruimte. In dit verband bestaat het arbeidsinkomen uit ondernemingswinst, belastbare loon en resultaat uit overige werkzaamheden. Hof Den Haag heeft geoordeeld dat men bij deze toetsen het loon uit vroegere dienstbetrekking ook rekent tot het ‘arbeidsinkomen’. In de zaak voor het hof bestond het arbeidsinkomen van een resultaatgenieter voor bijna 69% uit loon uit vroegere dienstbetrekking. Daardoor voldeed hij niet aan de eerste toets en mocht hij de kosten van de werkruimte in zijn eigen woning niet aftrekken.