Nieuwsbrief september 2018

 

                                                         NIEUWSBRIEF SEPTEMBER 2018

De zomervakantie is al weer een tijdje voorbij. Ik hoop dat iedereen een leuke vakantietijd heeft gehad en nu weer fris aan het werk is. Gisteren was er Prinsjesdag. Op deze dag zijn onder andere de belastingplannen voor het jaar 2019 officieel bekend gemaakt. Voor degene die de fiscale veranderingen en nieuwtjes willen weten, heb ik deze verzameld in onderstaande nieuwsbrief.

Het persoonlijk opleidingsbudget in supermarktbranche nu echt verplicht

Sinds de nieuwe arbeidswetgeving (WWZ) in 2015 is de opleidingsverplichting voor werknemers wettelijk verankerd. Probleem is echter dat dit bij veel werkgevers niet bekend is, waarmee ze ook niet bekend zijn met de consequenties daarvan. Om die bewustwording bij supermarktketens op gang te brengen, hebben de cao-partijen een voor werkgevers verplicht opleidingsbudget geïntroduceerd, van 175 euro per persoon per jaar. En dit gaat al in per 1 juli 2018!

Het POB is een keiharde verplichting met een vast bedrag. Naast de financiële gevolgen betekent deze wettelijke verplichting ook aanvullende administratieve lasten. Als werkgever zult u dit moeten faciliteren. In de cao staat weliswaar dat de werkgeversvereniging een rekening- of afdrachtssysteem faciliteert, maar hoe dat precies vorm krijgt, staat niet omschreven. Uiteindelijk ligt de verplichting echt bij u, als werkgever. Voor nu is het belangrijk de berichtgeving vanuit de werkgeversvereniging in de gaten te houden en zelf actie te ondernemen om het POB vanaf 1 juli dit jaar te kunnen doorvoeren.

Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA)

In antwoord op kamervragen gaat de minister van SZW in op de handhaving op het gebied van schijnzelfstandigheid. Eerder was aangegeven dat de handhaving van de DBA zich zou beperken tot gevallen van kwaadwillendheid. De Belastingdienst heeft op 1 juli 2018 een toezichtsplan Arbeidsrelaties gepubliceerd:

https://download.belastingdienst.nl/belastingdienst/docs/toezichtsplan_arbeidsrelaties_dv11151z2ed.pdf.

De Belastingdienst selecteert voor onderzoek minimaal 100 opdrachtgevers voor fysiek onderzoek. Deze selectie bevat zowel de opdrachtgevers die een modelovereenkomst hebben voorgelegd die als de opdrachtgevers die in het kader van de DBA nog niet in beeld zijn geweest bij de Belastingdienst. Hiermee wordt in juli 2018 begonnen. Als de Belastingdienst concludeert tot kwaadwillendheid volgt een nader onderzoek. De bevindingen uit dit controleplan worden gebruikt voor de controlestrategie in de toekomst. Toezicht vindt zo plaats waar de grootste risico’s van schijnzelfstandigheid zijn. Eind 2018 maakt de belastingdienst een tussenstand op van dit toezichtsplan.

Dubbele eigen woning

Belanghebbende is eigenaar van twee naast elkaar gelegen appartementen op de tweede verdieping van een appartementencomplex. Deze worden door haar en haar gezin gezamenlijk bewoond. Voor de WOZ zijn de appartementen twee afzonderlijke objecten. Met het oog op de renteaftrek betoogt belanghebbende dat de appartementen samen kunnen worden aangemerkt als één eigen woning. Volgens Rechtbank Noord-Holland en in hoger beroep Hof Amsterdam is dat niet het geval. Van belang is dat geen doorgang is gemaakt tussen de appartementen en dat de hal waar de voordeuren van de appartementen op uitkomen via de lift en het trappenhuis toegankelijk is voor derden. Het ene appartement kan ook niet als een aanhorigheid van het andere worden beschouwd.

Procedures tegen box 3

In twee zaken met betrekking tot 2013 en 2014 heeft Hof Den Bosch geoordeeld dat box 3 niet strijdig is met art. van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). In 2014 was 4% voor spaargeld niet haalbaar. Een rendement van 2% was dat nog wel. Op basis van die 2% is sprake van een effectief tarief van 60% (30% x 2%). Van een dergelijke heffing kan niet worden gezegd dat zij ertoe leidt dat belastingplichtigen worden geconfronteerd met een buitensporig zware last volgens het Hof Den Bosch. Dit suggereert dat bij de verdere daling van de spaarrente na 2014 wel van een dergelijke last sprake zou kunnen zijn. Voor het jaar 2013 deed het Hof Den Bosch uitspraak met dezelfde strekking.

Mocht u het niet eens zijn met de box 3-heffing in het jaar 2017, dan dient u individueel bezwaar te maken tegen uw box 3-heffing in 2017. Dit dient binnen 6 weken te worden ingediend, nadat de definitieve aanslag is binnengekomen. Het bezwaar dient individueel te worden ingediend. Op verzoek kan ik een voorbeeld bezwaarbrief naar u e-mailen. De motivering dient u zelf in te vullen.

Belastingplan 2019

Afbouw aftrektarief kosten eigen woning 2018 tot en met 2023

Als eerste wil ik de afbouw van het aftrektarief over de jaren 2018 tot en met 2023 bespreken deze heeft negatieve fiscale gevolgen voor de komende jaren.

Jaar                                                                              2018        2019      2020      2021    2022    2023

Maximaal aftrektarief kosten eigen woning     49,5%      49,0%    46%       43%    40%     37,05%

Wat betekent dit voor een gezin waarvan de kostwinnaar een inkomen heeft van meer dan € 68.507, een woning met een woz-waarde van € 400.000 en een hypotheek van € 300.000 met een rentepercentage van 2%.

Jaar                                                                               2018      2019      2020      2021     2022     2023

Bij: eigenwoningforfait: € 2.800 (0,7% x € 400.000)   0,7%      0,65%    0,60%    0,50%  0,50%   0,45%

Af: hypotheekrente:      € 6.000 (2% x € 300.000)

Aftrekpost:                   € 3.200 |Belastingteruggaaf:   1.584     1.666     1.656     1.720     1.600   1.556

Hoewel de maximale aftrektarieven aanzienlijk dalen, daalt de belastingteruggaaf vanaf het jaar 2023 met mate. Dit komt vooral doordat de bijtelling eigen woningforfait daalt van 0,70% (2018) naar 0,45% (2023).

Afbouw aftrektarief overige aftrekposten 2018 tot en met 2023

Maximaal aftrektarief overige aftrekposten                 51,95% 51,75%    46%      43%       40%   37,05%

Zoals hierboven is te zien, gaan ook de aftrektarieven naar beneden voor overige aftrekposten.

De belastingteruggaaf bij een lijfrentegift van € 1.000: 520       518         460        430        400      371

Schoolgelden en 30% regeling

Voor degene waarbij de 30% regeling afloopt in het jaar 2019 en waarbij het kind naar een internationale school gaat, kunnen deze schoolgelden na de verkorting van de looptijd van de 30%-regeling ook nog onbelaste worden vergoedt of verstrekt. De schoolgelden moeten wel binnen de oorspronkelijke looptijd worden vergoed of verstrekt.

Het voorstel de verkorting van de maximale looptijd van de 30%-regeling per 1 januari 2019 met drie jaar voor zowel de nieuwe als de bestaande gevallen blijft gelden.    

Verhogen maxima vrijwilligersregeling

In verband met het grote maatschappelijke belang van vrijwilligerswerk gaan de maximale onbelaste vergoedingen per 1 januari 2019 omhoog naar € 170 per maand en € 1.700 per jaar.

Fiets van de zaak

Vanaf 1 januari 2020 komt er een bijtelling van 7% van de fiets van de zaak.

Verhogen verlaagde btw-tarief

Het verlaagde btw-tarief gaat van 6% naar 9%. Houd hierbij rekening met het factureren vanaf 1 januari 2019.