Nieuwsbrief augustus 2015

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS 2015

Transitievergoeding tijdelijk dienstverband

De werkgever is de transitievergoeding ook bij een tijdelijk dienstverband verschuldigd. Dit is het geval als de werknemer twee jaar of langer in dienst is geweest. De hoofdregel is 1/6 maandsalaris per elk half dienstjaar.

Voorbeeld:

Een werkgever heeft op 1 januari 2015 vijf mensen in dienst genomen met een tijdelijk contract van 24 maanden met een maandloon van € 2.500. Er is sprake van 4 halfjaar periodes. Over elk van deze periodes is per tijdelijke kracht 1/6 x € 2.500 verschuldigd. De werkgever is ultimo 2016 een vergoeding verschuldigd van € 1.667 per persoon, in totaal € 8.335. Ter zake is een voorziening mogelijk, omdat de desbetreffende last voorzienbaar is en bedrijfseconomisch toerekenbaar is aan de periode waarin de werkzaamheden worden verricht. 

Verdwijnen VAR-verklaring

De Eerste Kamer buigt zich momenteel over het wetsvoorstel Wet deregulering arbeidsrelaties. Als de Eerste Kamer dit wetsvoorstel aanneemt, zal de Verklaring arbeidsrelatie per 1 januari 2016 niet meer bestaan. Opdrachtgevers moeten dan zelf toetsen of degene die werkzaamheden voor hen verricht een echte zelfstandige is of niet. En dat kan bij een foutieve inschatting wel eens nadelig uitpakken.
 
Goedgekeurde overeenkomst
Om enige zekerheid te krijgen, bestaat wel de mogelijkheid de met de derde(n) gesloten overeenkomst(en) voor te leggen aan de Belastingdienst. De Belastingdienst zal dan op basis van de overeenkomst een voorlopig oordeel vellen over de aard van de arbeidsrelatie: dienstbetrekking of niet. Over de fiscale positie van de derde geeft de Belastingdienst op dat moment geen oordeel.
 
Ook is het mogelijk om een door de Belastingdienst “goedgekeurde” voorbeeldovereenkomst te hanteren. Het streven van de Belastingdienst is vanaf september 2015 zo’n 40 van dit soort overeenkomsten te publiceren. Met het afsluiten van een overeenkomst op basis waarvan de Belastingdienst heeft geoordeeld dat deze niet leidt tot een dienstbetrekking, zijn overigens niet alle risico’s verdwenen. De overeenkomst moet ook naar de letter (kunnen) worden nageleefd.
 
Stappenplan verdwijnen VAR
Veel arbeidsrelaties, waarbij de opdrachtgever beschikt over een VAR-DGA of een VAR-WUO, kunnen bij nadere beschouwing kwalificeren als een dienstbetrekking. Nu maakt dat voor de opdrachtgever niet uit, die is gevrijwaard van naheffingen. En dat is ook de reden waarom de VAR moet verdwijnen.

Opdrachtgevers adviseren wij de volgende stappen te nemen:

1. Bekijk de huidige overeenkomst
 
  Bevat deze elementen die wijzen op een dienstbetrekking? Zo ja, pas de overeenkomst dan indien mogelijk aan.
 
2. Bekijk de feitelijke uitvoering van de overeenkomst
Is er toch een dienstbetrekking? Bijvoorbeeld doordat de opdrachtnemer zich aan (veel) spelregels moet houden, vakantiegeld of -dagen krijgt? (let op: financiële afhankelijkheid van één opdrachtgever kan ook duiden op een dienstbetrekking) Als dit het geval is, bekijk dan of het mogelijk is de wijze waarop en de condities waaronder de werkzaamheden worden verricht aan te passen. Uiteraard moeten ook nu het papier en de feiten overeenstemmen.
 
3. Afstemmen met de belastingdienst
Om zekerheid te krijgen, en in ieder geval geen discussie achteraf over de overeenkomst zelf, adviseren wij u de overeenkomst af te stemmen met de Belastingdienst. Doe dit zo snel mogelijk, dan is het wellicht nog mogelijk de overeenkomst voor 1 januari aan te passen.
 
4. Ga met de opdrachtnemer in gesprek
De nieuwe regels gelden niet alleen voor nieuwe overeenkomsten, maar ook al lopende overeenkomsten. Bespreek met de opdrachtnemer de overeenkomsten en de wijzigingen per 1 januari 2016

Conclusie

Onderschat de gevolgen niet. Als een opdrachtnemer achteraf toch een werknemer blijkt te zijn, kan alleen een naheffing van de premies al oplopen tot zo’n € 5.000 tot € 7.000 per werknemer per jaar. En als de opdrachtnemer zijn inkomstenbelasting niet helemaal heeft betaald, kan dat bedrag nog fors oplopen. Los van eventuele boetes.

Teruggaaf verzoek buitenlanse BTW

Hebt u in Nederland recht op (gedeeltelijke) aftrek van voorbelasting, dan kunt u de buitenlandse btw (gedeeltelijk) terugvragen.
 
Aanvragen inloggegevens portaalsite belastingdienst
Voor het indienen van het elektronische teruggaafverzoek moet u inloggegevens aanvragen bij de Belastingdienst. Dit kan online, via www.belastingdienst.nl. Houd u er rekening mee dat het toekennen van de inloggegevens een aantal weken kan duren.
 
Voskuilen Belastingadvies kan als intermediair namens u het teruggaafverzoek indienen. Maar ook dan moet u inloggegevens aanvragen en Voskuilen Belastingadvies via de portaalsite machtigen om het teruggaafverzoek namens u in te dienen.
 
Boeterente en rentemiddeling
Een alternatief voor boeterente is rentemiddeling. Hieronder wordt verstaan dat de boeterente bij ‘oversluiten’ niet in een keer hoeft te worden betaald, maar wordt ‘uitgesmeerd’ over de nieuwe rentevastperiode. De compensatie van de bank vindt plaats door middel van een opslag op de rente. Stel de boeterente bedraagt € 12.000, de hoofdsom € 250.000 en de looptijd/renteherzieningstermijn 10 jaar. Op basis van een rekenrente van 5% kan een annuïteit worden berekend van € 1.554. Dit is 0,6216% van de hoofdsom. Dit wordt dan de renteopslag. Bij rentemiddeling loopt de bank het risico van vervroegde aflossing bij verkoop van de woning. Ter compensatie van dit nadeel wordt een extra opslag op de rente toegepast.
 
Nieuwe auto kopen
Bent u van plan een nieuwe auto te kopen, die pas in 2016 wordt geleverd? Hieronder treft u de nieuwe bijtellingspercentages voor het jaar 2016 aan:
 
 CO2-Uitstoot â€‹ Percentage bijtelling 2016
 0 gr/km​ ​4%
 â€‹1 t/m 50 gr/km 15%
 51 t/m 106 gr/km​ 21%
 107 gr/km en meer 25%
 
Hypotheek van de BV
Als de bv vrije liquiditeit genereert, kunt u overwegen uw woning te (her)financieren met een hypotheek van de bv. Op deze manier kunt u de marge van de bank tussen de vergoeding op spaargelden/deposito’s en hypotheekleningen in eigen zak houden. Stel dat € 100.000 aan liquiditeit van de bv bij de bank uitstaat tegen een rentevergoeding van 1% en dat u op uw hypotheek bij diezelfde bank 4% rente betaalt, dan kunt u via de hypotheek van de bv feitelijk € 3.000 besparen.
 
Meer lijfrentepremie betaald dan aftrekruimte
De Staatssecretaris heeft in juni 2015 een regeling getroffen voor de belastingvrije terugbetaling van het niet-aftrekbare deel van de inleg in lijfrenten en bankspaarrekeningen. De goedkeuring geldt voor betalingen die zijn gedaan in het kalenderjaar van het verzoek en de vijf daaraan voorafgaande jaren. Bij een in 2015 gedaan verzoek geldt dit dus voor vanaf 2010 betaalde bovenmatige premies/inleg. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:
 
− De belastingplichtige doet een verzoek om toestemming aan de inspecteur tot terugstorting van het te veel betaalde bedrag door de bank/verzekeraar. Dit verzoek moet uiterlijk 31 december 2017 door de inspecteur zijn ontvangen. − Voor zover de belastingplichtige aftrekmogelijkheden heeft, moeten deze worden toegepast.
− De belastingplichtige neemt het terug te storten bedrag alsnog op in zijn rendementsgrondslag van box 3 van de relevante jaren. Als de belastingplichtige een verzoek om terugstorting doet aan de inspecteur gaat hij er mee akkoord dat de inspecteur de rendementsheffing navordert.
 
Elektronische diensten

Elektronische diensten zijn diensten die via internet of een elektronisch netwerk worden verleend, wegens hun aard grotendeels geautomatiseerd zijn en slechts in geringe mate menselijk ingrijpen vergen en zonder informatietechnologie niet kunnen worden verricht. Met ingang van 2015 zijn alle telecoomunicatie-, omroep- en elektronische diensten in de b2c-sfeer (ondernemer factureert aan particulier) belast in het land van de afnemer. Als de klant in een ander EU-land woont, dan betaalt de ondernemer btw u dat land. Als de klant buiten de EU woont, dan hoeft de aanbieder geen EU-btw te betalen.