Nieuwsbrief februari 2016

                                                      NIEUWSBRIEF FEBRUARI 2016

De Inkomstenbelastingaangifte 2015 kan weer worden gedaan. Je kunt veel belasting besparen als je sommige dingen net iets anders doet. In 2015 zijn er wijzigingen geweest op onder andere de aftrek levensonderhoud kinderen, heffingskortingen, eigen woning. Voskuilen Belastingadvies staat klaar om de belastingaangifte voor je te verzorgen. Verder tref je in deze nieuwsbrief de belangrijkste belastingwijzigingen aan. 

Waar dient u rekening mee te houden met de nieuwe wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (WDBA)?

De WDBA vervangt de VAR. De WBDA gaat in op 1 mei 2016. Voor de periode waarin de WDBA nog niet in werking is getreden, kan nog een VAR worden aangevraagd, c.q. van een bestaande VAR gebruik worden gemaakt. Vanaf voormelde datum begint een overgangstermijn van 12 maanden, waarna de WDBA pas daadwerkelijk zal worden gehandhaafd.

De WDBA houdt in dat belangenorganisaties, maar ook individuele opdrachtgevers of opdrachtnemers, overeenkomsten kunnen voorleggen aan de Belastingdienst. Na goedkeuring door de Belastingdienst kan men er vanuit gaan dat het werken met en conform deze overeenkomsten niet tot inhoudingsplicht leidt. De Belastingdienst zal beoordeelde overeenkomsten (voor zover mogelijk) openbaar maken, zodat deze door andere opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen worden gebruikt. De eerste voorbeeldovereenkomsten kan je al downloaden van de site van de Belastingdienst. De overeenkomst moet voor de eerste betaling zijn gesloten. Houdt tevens rekening met een behandelingstermijn van twee maanden bij de aanvraag beoordeling modelovereenkomsten.

Indien men naar afwijzing van de overeenkomst door de belastingdienst een gewijzigde overeenkomst indient, zal de fiscus het vermoeden kunnen krijgen dat een onjuiste voorstelling van de werkelijkheid wordt gegeven. Als de opdrachtgever bereid is de zzp'er zonder goedgekeurde overeenkomst te laten werken, zou dat de voorkeur kunnen verdienen. Hierbij moet gedacht worden aan situaties waarin er weinig twijfel bestaat over de zelfstandigheid.

Indien je gebruik maakt van een modelovereenkomst van de site van de belastingdienst, hoef je deze niet meer te voorleggen aan de belastingdienst. De opdrachtgever en de zzp-er kunnen met elkaar afspreken , bijvoorbeeld in een e-mail of in een opdrachtbevestiging, volgens welke modelovereenkomst er gewerkt wordt.

Er wordt getoetst aan de volgende stellingen:

  • De opdrachtnemer zorgt zelf voor gereedschappen, hulpmiddelen en materialen;
  • De opdrachtnemer kan de werkzaamheden zonder toestemming van de opdrachtgever door iemand anders laten uitvoeren;
  • De opdrachtnemer kan zelf de werktijden bepalen;
  • Als de opdrachtnemer ziek is, betaalt de opdrachtgever niets door, de opdrachtgever reserveert niets en hij geeft geen toeslag voor ziektedagen;
  • Als de opdrachtnemer vrij neemt, betaalt de opdrachtgever niets door, de opdrachtgever reserveert niets en hij geeft geen toeslag voor vakantiedagen;
  • De opdrachtgever sluit rechtstreeks een overeenkomst met de opdrachtnemer (het werken via een intermediair zal kritisch worden beoordeeld, maar is mogelijk);
  • De opdrachtnemer heeft in de afgelopen zes maanden geen soortgelijk werk bij eenzelfde opdrachtgever in loondienst gedaan;
  • Als het werk niet voldoet aan de opdrachtovereenkomst, moet de opdrachtnemer dat werk gratis aanpassen of opnieuw doen;
  • De opdrachtnemer is aansprakelijk voor de schade die hij veroorzaakt bij normale uitoefening van de werkzaamheden (denk aan een beroepsaansprakelijkheidsverzekering). 

 

Een belangrijke wijziging is dat opdrachtgevers risico gaan lopen. Zij moeten nu ook beoordelen of terecht wordt uitgegaan van geen dienstbetrekking. Hierdoor kunnen zij niet meer de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid afschuiven op zzp'ers. Men zal overigens in de overeenkomst van opdracht de aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid mogelijk bij de zzp’er leggen. Ter zake van de premies werknemersverzekering en de premie Zvw mag men deze niet vorderen van de opdrachtnemer. Het betreft namelijk heffingen die wettelijk ten laste van de werkgever komen. Wel wordt aangenomen dat dit via een vrijwaring kan worden geregeld. D.w.z. de opdrachtnemer moet de opdrachtgever schadeloos stellen. Dit moet in de vorm van een vaste afkoopsom.

Publiceren jaarstukken voor BV's en NV's

De jaarstukken voor BV's en NV's dienen uiterlijk voor 8 december te worden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. De uiterste wettelijke termijn voor deponering is binnen 13 maanden na afloop van het boekjaar. Vanaf het boekjaar 2016 wordt dit verkort naar uiterlijk 8 november deponeren bij de Kamer van Koophandel. De uiterste wettelijke termijn voor deponering wordt binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar.

Hyppotheekaftrek bij een aflossingsachterstand

Voor eigenwoningleningen aangegaan vanaf 2013 geldt dat minimaal annuïtair moet worden afgelost in maximaal 360 maandelijkse termijnen. In bepaalde gevallen mag hiervan tijdelijk worden afgeweken. De aflossingsachterstand moet dan wel tijdig worden ingehaald. Als dit niet gebeurt gaat de schuld op de eigen woning permanent over naar box 3 en is de hypotheekrente niet meer aftrekbaar. Als de schuld wordt afgelost en er wordt een nieuwe lening afgesloten tot het niveau van het bedrag dat is afgelost, zal deze schuld ook in box 3 vallen en is de hypotheekrente niet aftrekbaar.
 
De wetgever vindt deze regeling te streng en daarom is de regeling met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013 aangepast. De verzachtende regeling zorgt er voor dat een lening door een aflossingsachterstand naar box 3 gaat, maar deze overgang van de lening is niet langer meer permanent. Als weer aan de voorwaarden wordt voldaan van minimaal annuïtair aflossen in maximaal 360 maandelijkse termijnen, gaat de lening voor de eigen woning weer over naar box 1 en is de hypotheekrente weer volledig aftrekbaar.
 
Beslissing over toekomst pensioen in eigen beheer
 
Op 17 december heeft de staatssecretaris van Financiën de toegezegde brief gepubliceerd over het pensioen in eigen beheer. Hierin geeft hij aan, dat hij voorstander is van afschaffen van het pensioen in eigen beheer. Als alternatief geeft hij nog het oudedagssparen als mogelijkheid.
 
Met betrekking tot het afschaffen wil hij alle DGA’s met pensioen in eigen beheer de mogelijkheid geven om eenmalig, in 2017, het pensioen in eigen beheer tegen de fiscale waarde af te kopen. Over 80% van deze fiscale waarde is dan inkomstenbelasting verschuldigd. Voor de toekomst moet een DGA dan een eventuele oudedagsvoorziening buiten de onderneming onderbrengen.
 
Het alternatief is het oudedagssparen. Dit zou dan ‘het nieuwe pensioen in eigen beheer’ voor de toekomst gaan worden. Het oudedagssparen lijkt veel op een beschikbare premieregeling in eigen beheer. Ieder jaar kan een bepaald (nog nader vast te stellen) percentage van het loon in de oudedagsspaarreserve worden ondergebracht. Deze gelden mogen in de eigen onderneming worden ingezet.
 
Het is aan de Tweede Kamer om een keuze te maken tussen het afschaffen of het oudedagssparen.
 
Als de Tweede Kamer kiest voor het oudedagssparen komt er overgangsrecht voor het bestaande pensioen in eigen beheer. Voorgesteld wordt om dan de huidige eigenbeheerreserve op fiscale grondslagen om te mogen zetten in het oudedagssparen.
 
Belastingaangifte 2015
In de belastingaangifte 2015 gelden onder andere de volgende wijzigen:
 
1.   Aftrek Levensonderhoud kinderen: afgeschaft.
2.   Algemene Heffingskortingen: € 2.203. Deze is inkomensafhankelijk vanaf een inkomen tussen 
      € 19.822 en € 56.935. Vanaf € 56.935 bedraagt de algemene heffingskorting € 1.342.
3.   Arbeidskorting: € 2.220. Deze is inkomensafhankelijk vanaf een inkomen tussen € 49.770 en
      € 100.670. Vanaf €100.670 bedraagt de algemene heffingskoring € 184.
4.   Aftrek rente lening inzake eigen woning: tariefsaanpassing vanaf inkomen € 57.586 van 1%.
      Dit betekent dat de rente niet tegen 52% aftrekbaar is, maar tegen 51%.