Nieuwsbrief april 2015

NIEUWSBRIEF APRIL 2015

Naheffing belastingdienst over het jaar 2014

Bij loon uit dienstbetrekking is het normaal gesproken zo dat de werkgever precies voldoende loonbelasting inhoudt, zodat de werknemer bij de aangifte inkomstenbelasting niets meer is verschuldigd over het loon. In 2014 zijn echter een aantal belastingregels veranderd. Zo is de algemene heffingskorting en de arbeidskorting inkomensafhankelijk geworden. Doordat de wijzigingen niet volledig in de salarissystemen van werkgevers konden worden verwerkt, hebben zij ook onvoldoende rekening kunnen houden met de wijziging van de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Vooral bij mensen met een inkomen hoger dan € 56.000, leidt dit tot aanzienlijke naheffingen of lagere belastingteruggaven.

Aansprakelijkheid van schulden bij nieuwe en/of oude vennoten van een VOF/CV

Vennoten van een VOF en de beherende vennoten van een CV zijn hoofdelijk aansprakelijk voor verbintenissen van de vennootschap. Bij latere toetreding van een vennoot tot een reeds bestaande VOF of CV was het lange tijd onduidelijk of hij ook hoofdelijk aansprakelijk werd voor de verplichtingen van de vennootschap die waren aangegaan vóórdat hij vennoot werd. Onlangs kwam deze vraag aan de orde in een zaak waarbij het pensioenfonds een later toegetreden vennoot van een VOF voor het geheel aansprak voor alle nog te betalen pensioenpremies. Het Hof zei daarover in hoger beroep dat de nieuwe vennoot niet aansprakelijk was voor de schulden die vóór zijn toetreding waren ontstaan.

Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad heeft echter bepaald dat de schuldeisers van een vennootschap alle vennoten toch voor het geheel kunnen aanspreken, ongeacht het moment waarop een vennoot is toegetreden. De Hoge Raad motiveert dit door te zeggen dat in de Wet geen beperking te lezen valt en dat de strekking van de Wet de aansprakelijkheid voor alle vennootschappelijke verplichtingen inhoudt. Zij beogen namelijk een onvoorwaardelijke bescherming aan schuldeisers te bieden voor de situatie dat het vermogen van de vennootschap onvoldoende verhaal biedt aan haar schuldeisers.
 
Deze uitspraak stipt dan ook het belang aan om bij voorgenomen toetreding tot een VOF, een goed onderzoek te doen naar de bestaande verplichtingen en zo nodig garanties/vrijwaringen te bedingen bij de andere vennoten voor aansprakelijkheid voor verplichtingen die zijn ontstaan voor het moment van toetreding.
 
Schulden aan kredietinstellingen
Indien u als vennoot uit een VOF treedt, schrijft u zich uit bij de Kamer van Koophandel. Wordt de onderneming voortgezet door de achterblijvende vennoot en is er nog sprake van een schuld aan een kredietinstelling, zorg dat u zich ook bij de kredietinstelling afmeldt als verantwoordelijke voor deze lening. Indien u dit niet doet, dan zal de kredietinstelling ook bij u de schuld kunnen innen. Dit is het geval indien de achterblijvende vennoot de aflossingsverplichting niet meer kan voldoen.
 
Herziening standpunt Belastingdienst personeelsfeesten

De op de personeelsactiviteit betrekking hebbende reis- en verblijfskosten kunnen voor zover de activiteiten een zakelijk karakter dragen onder de gerichte vrijstellingen worden geplaatst. Voor zover de activiteiten in overwegende mate een consumptief karakter dragen, kunnen zij als eindheffingsbestanddeel worden aangewezen. De invulling van het programma en de tijdsbesteding zijn daarbij richtinggevend. Tijdens een online seminar van de Belastingdienst, gehouden op 3 februari 2015, is aangegeven dat ook maaltijden en consumpties tijdens een bedrijfsfeest na een studiedag 'in het kader van de dienstbetrekking', onder de gerichte vrijstellingen zouden kunnen vallen. Alleen de kosten voor het echte vermaak, bijvoorbeeld een optredende artiest, zouden niet onder een gerichte vrijstelling kunnen worden geschaard. Op 17 maart 2015 heeft de Belastingdienst voornoemde toezegging echter ingetrokken. De lunch en reiskosten die deel uitmaken van een studiedag kunnen onbelast worden verstrekt, maar het vermaak en ook de daarbij behorende consumpties, reiskosten, e.d. vormen loon.

Tijdig betalen omzetbelasting

De omzetbelasting is een zogenoemde voldoeningsbelasting. De ondernemer draagt de belasting af op aangifte. Als hij op tijd aangifte doet maar te laat betaalt, krijgt hij een verzuimboete. Deze bedraagt 3% van het niet betaalde bedrag met een minimum van € 50 en een maximum van € 4.920. Bij stelselmatig verzuim kan de boete oplopen tot € 5.278.

Als betaling achterwege blijft, moet ervan worden uitgegaan dat de aangifte niet is gedaan. Dat is ook de reden waarom de belastingdienst in een dergelijk geval geen uitstel verleent. Men moet de naheffingsaanslag afwachten, daarna kan het uitstelverzoek worden ingediend. De betalingsverzuimboete vervalt als het uitstel wordt toegekend.

Ofschoon de belastingdienst pas uitstel kan verlenen nadat de naheffingsaanslag is opgelegd, zou men de betalingsproblemen wel alvast kunnen aankaarten. Als de naheffingsaanslag dan komt, is de ontvanger ter zake reeds geïnformeerd en kan het kortdurend uitstel of de betalingsregeling mogelijk sneller worden toegekend.

Als men van oordeel is dat de betalingsproblemen weleens onoverkomelijk zouden kunnen zijn, moet een melding betalingsonmacht worden gedaan. De melding van betalingsonmacht dient uiterlijk plaats te vinden twee weken na de dag waarop de desbetreffende bedragen uiterlijk hadden moeten zijn afgedragen.