Artikelen

image
08 Dec

Nieuwsbrief december 2017 en eindejaarstips

 

 

Nieuwsbrief december 2017

 

Het jaar 2018 komt dichterbij. Voordat het zover is, kunnen er nog fiscale voordelen worden behaald in het jaar 2017, mocht er niet al gebruik van zijn gemaakt. Tevens zijn er een aantal punten op fiscaal gebied waar ik jullie graag op wil wijzen.

Arbeidscontracten voor bepaalde tijd en sociale verzekeringspremies

Let op bij het afsluiten van arbeidscontracten voor bepaalde tijd als je onderneming in één van de volgende sectoren zit: agrarische sector, de bouw, culturele instellingen en het schilderbedrijf.

Hiervoor gelden op dit moment een hoge en een lage sectorpremie. Voor werknemers die een contract hebben voor ten minste een jaar of voor onbepaalde tijd met een vaste omvang geldt een lage sectorpremie WW. Hiernaast gelden nog een aantal situaties waarin de lage sectorpremie kan worden toegepast. Wordt in één van de genoemde sectoren slechts één premie toegepast, dan is dit een reden voor onderzoek. Is te weinig premie afgedragen, dan loopt een inhoudingsplichtige risico op een hoge naheffing.

In het Regeerakkoord is aangekondigd dat de hoge en lage sectorpremie mogelijk voor alle sectoren zal worden ingevoerd. Achtergrond hiervan is het stimuleren dat werknemers vaker een vast contract of een contract voor langere duur krijgen. Voor alle inhoudingsplichtigen is het dus van groot belang om deze regelgeving in de gaten te houden. Denk ook eens aan toekomstige contracten die aan werknemers worden aangeboden. Een contract van 12 in plaats van 11 maanden kan zomaar eens een (fiscaal) voordeel opleveren.

Zorgkosten

De kosten van een ‘total bodyscan’ zijn niet aftrekbaar als specifieke zorgkosten. Preventie van een eventuele toekomstige ziekte is onvoldoende om voor aftrek in aanmerking te komen.

Ondernemer en bevallen van een kind

Ben je ondernemer en ben je in de periode tussen 7 mei 2005 en 4 juni 2008 bevallen van een kind? Dan kom je in aanmerking voor een éénmalige uitkering van € 5.600. Dat heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kenbaar gemaakt.

Na jarenlang procederen is duidelijk geworden, dat het ontbreken van een algemene regeling voor een bevallingsuitkering in die periode voor vrouwelijke ondernemers in strijd was met het VN-vrouwenverdrag. In sommige gevallen geldt dit ook voor meewerkende partners die zijn bevallen in deze periode.

Het Ministerie publiceert binnenkort de regeling waarmee alsnog een uitkering kan worden aangevraagd. Binnen drie maanden na het bekend worden van de regeling, moet deze uitkering bij het UWV zijn aangevraagd.

Sparen in de eenmanszaak

Sparen in de eenmanszaak is mogelijk, maar niet onbeperkt. Uit de vakliteratuur blijkt dat een inspecteur van de belastingdienst zich op het standpunt stelt, dat de liquide middelen van bijna    € 400.000 duurzaam overtollig zijn voor zover zij € 50.000 overschrijden. Hieruit volgt dat het acceptabel is om een banksaldo van maximaal € 50.000 in de eenmanszaak te hebben. Het fiscaal voordeel is dat dit banksaldo niet meetelt voor de belastingheffing in box 3. Het aanhouden van liquide middelen ter dekking van de oudedagsreserve geldt niet als ondernemingsvermogen. Beslissend is welk bedrag nodig is voor een ongestoorde voortgang van de onderneming, rekening houdend met concrete investeringsplannen. Indien je banksaldo boven de € 50.000 uitkomt vanwege de dekking voor de fiscale oudedagsreserve zou je kunnen overwegen om in plaats van aan de ouderdagreserve te doteren, te gaan banksparen. Dan heb je geen last van het beperkte ondernemingsvermogen.

28% Investeringsaftrek bij minimaal € 2.300 aanschaf bedrijfsmiddelen

Indien je dit jaar minder dan € 2.300 hebt geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen van minimaal € 450 exclusief btw per bedrijfsmiddel, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om nog een bedrijfsmiddel aan te schaffen. Dit komt doordat je 28% investeringsaftrek kan krijgen over investeringen van minimaal € 2.300.

Rekenvoorbeeld:

Er is in het jaar 2017 voor € 2.000 aan bedrijfsmiddelen aangeschaft. Je hebt dan geen recht op de investeringsaftrek. Stel je koopt een nieuwe mobiele telefoon van € 500 exclusief btw. Hierdoor komen je investeringen op € 2.500 uit. De investeringsaftrek hierover bedraagt € 700 (28% x € 2.500). De aanschaf van de telefoon ad € 500 levert je een netto belastingvoordeel op van € 537 (bij een belastingtarief van 52% bij een eenmanszaak en rekening houdend met de MKB-winstvrijstelling van 14%). Per saldo levert de telefoon je meer geld op (€ 537) dan hij gekost heeft.

Sneller een hypotheek zonder werkgeversverklaring

Tot voor kort moesten werknemers een werkgeversverklaring overleggen voor bijvoorbeeld een hypotheekaanvraag. Dit proces is vereenvoudigd: iedereen die werkzaam is in loondienst (inclusief flexwerkers) kunnen dit vanaf nu zelf regelen zonder hulp van de werkgever.

Hiervoor dien je het verzekeringsbericht bij het UWV te downloaden.

Hoe aan te vragen?

Het verzekeringsbericht staat op ‘Mijn UWV’ op de pagina ‘Persoonlijke gegevens’ onder de knoppen ‘Arbeidsverleden’ en ‘Loongegevens’. De werknemer kan verschillende varianten samenstellen door bepaalde vinkjes aan of uit te zetten. Alle vinkjes staan standaard aan. Zo hoeft de aanvrager van bijvoorbeeld een hypotheek geen extra handelingen te verrichten. Als alle vinkjes blijven staan, dan is de inhoud van het nieuwe bericht exact hetzelfde als voorheen.

Ruim oude administratie op

Gesteld dat de boekjaren de kalenderjaren volgen, mag je onder normale omstandigheden je administratie over 2010 en eerdere jaren weggooien na 31 december 2017. De wettelijke bewaartermijn voor de administratie is namelijk zeven jaar. Je dient het begrip administratie daarbij ruim op te vatten. Alle gegevens die van belang kunnen zijn voor de belastingheffing, zijn in de ogen van de inspecteur een onderdeel van de administratie. Daarbij kan je denken aan de loonadministratie, verkoopadministratie, voorraadgegevens, het grootboek en facturen van crediteuren en debiteuren. Als je bepaalde documenten nog nodig denkt te hebben, bijvoorbeeld pensioen- en lijfrentepolissen, moet je deze nog wel bewaren.

Let op!Voor wat betreft de btw-administratie over het gebruik van onroerende zaken, elektronische diensten, telecommunicatiediensten en radio- en tv-omroepdiensten, moet je rekening houden met een bewaartermijn van tien jaar inclusief het jaar van eerste ingebruikname. Dit is onder andere relevant als je heeft gekozen voor een btw-belaste levering van een of meer onroerende zaken.

Controleer je voorlopige aanslag 2017

Heb je al een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2017 ontvangen, maar verwacht je voor 2017 een hogere winst? Voorkom dan dat je belastingrente betaalt op je definitieve aanslag inkomstenbelasting 2017 en vraag voor 1 juli 2018 een nadere voorlopige aanslag 2017 aan.

Keer geruisloos terug naar IB-onderneming

Soms is de overgang van IB-onderneming naar B.V. toch minder voordelig dan gedacht. Of er treden later nieuwe nadelen op, zoals de dreiging van een nieuwe afschrijvingsbeperking. Zo mogen ondernemers in beginsel nu nog op onroerende zaken afschrijven tot 50% van de WOZ-waarde (100% van de WOZ-waarde voor beleggingspanden). beleggingspanden). Maar het nieuwe kabinet wil dat vanaf 2019 alle onroerende zaken van B.V.’s en andere vennootschapsbelastingplichtige lichamen niet verder worden afgeschreven dan tot 100% van de WOZ-waarde. Als je vindt dat het drijven van je onderneming via een B.V. niet langer voordelig genoeg is, kan je overwegen om de onderneming van de B.V. geruisloos te laten overgaan naar een IB-onderneming.

Corrigeer privégebruik auto 2017

De btw die in 2017 aan je in rekening is gebracht op de aanschaf, het onderhoud en het gebruik van de zakelijke auto, kan je in aftrek brengen zolang de auto wordt gebruikt voor belaste omzet. Heb je de auto in 2017 ook voor privédoeleinden gebruikt? Dan moet je voor dit privégebruik een correctie toepassen in je laatste btw-aangifte van 2017. Je kan hiervoor gebruikmaken van de forfaitaire regeling, waarbij je uitgaat van 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en BPM). Voor bepaalde auto’s, waaronder auto’s die vijf jaar in de onderneming zijn gebruikt, mag je een forfait van 1,5% van de catalogusprijs (inclusief btw en BPM) toepassen.

Betaal de brandstof voor de auto van de zaak niet contant, maar met een bankpas, creditcard of tankpas van de zaak. Zo kan je voor de aftrek van voorbelasting aantonen dat je de brandstof op naam van de zaak hebt betaald

Schenk nog voor 1 januari 2018

Doe je nog vóór 1 januari 2018 een schenking aan je (klein)kinderen, dan kunnen zij gebruikmaken van de jaarlijkse vrijstelling van € 5.320 (kinderen) of € 2.129 (algemene vrijstelling). Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar geldt daarnaast een éénmalige vrijstelling voor schenkingen van € 25.526. Hierbij valt de dag van de 40e verjaardag nog binnen de leeftijdsgrens. Is het een schenking aan kinderen voor een studie, dan is de eenmalige vrijstelling € 53.176. Bij een schenking voor een eigen woning is de eenmalige vrijstelling zelfs € 100.000. Met betrekking tot deze eenmalige vrijstelling is het echter niet noodzakelijk om haast te maken met een schenking, want in fiscaal opzicht maakt het in principe geen verschil of de schenking in 2017 of in 2018 wordt gedaan. De vrijstelling van € 100.000 geldt voor iedereen die tussen de 18 en 40 jaar is.

Los kleine schulden vóór 1 januari 2018 af

Als je kleine schulden hebt die in box 3 vallen en over voldoende vermogen beschikt, kan het fiscaal voordelig zijn om de box 3-schulden af te lossen. Deze schulden verminderen de heffingsgrondslag van box 3 namelijk pas als een drempel van € 3.000 per partner is overschreden (bedrag 2017). En als je deze schulden aflost, daalt het vermogen waarover de heffing in box 3 wordt berekend. Los deze schulden daarom zo veel mogelijk af vóór de peildatum van 1 januari 2018.

Doe grote uitgaven vóór 1 januari 2018

Is je vermogen zodanig groot dat je box 3-heffing moet betalen en heb je genoeg spaargeld om eventuele uitgaven nog in 2017 te doen? Overweeg dan om grote privéaankopen die je eigenlijk in 2018 had willen doen, zoals de aanschaf van een nieuwe auto of nieuwe meubels, vóór 1 januari 2018 te doen. Dergelijke bezittingen behoren namelijk niet tot de grondslag voor de box 3-heffing, terwijl het spaargeld dat je voor de aankoop gebruikt dan op de peildatum van 1 januari 2018 ook niet meer meetelt voor de grondslag. Zo kan je in box 3 flink wat besparen!

Betaal hypotheekrente 2018 in 2017

Bereik je in 2018 de AOW-leeftijd of val je vanwege een andere reden onder een lager belastingtarief, betaal dan in 2017 nog de hypotheekrente die betrekking heeft op de periode tot 1 juli 2018. Je betaalt minder belasting doordat je deze rente dan tegen een hoger tarief aftrekt.

Lees verder
image
27 Sep

Nieuwsbrief september 2017

                                                                     Nieuwsbrief september 2017

Op 19 september 2017 is het belastingplan 2018 gepubliceerd. Het huidige kabinet zal waarschijnlijk snel worden opgevolgd door een nieuw kabinet. Daarom zijn in het belastingplan 2018 weinig nieuwe maatregelen opgenomen. Hieronder geef ik een samenvatting van de belangrijkste wijzigingen en aanvullend fiscaal nieuws.

Wijzigingen Inkomstenbelasting

Algemene heffingskorting          : deze bedraagt in 2018 maximaal € 2.265 voor belastingplichtigen

                                                          onder de AOW-leeftijd.

Ouderenkorting                           : deze bedraagt in 2018 € 1.418 voor pensioengerechtigden bij een

                                                          inkomen van niet meer dan € 36.057.

Alleenstaande ouderenkorting : deze bedraagt in 2018 € 423.

Tarieven inkomstenbelasting:   

Belastbaar inkomen uit werk    Maar niet meer dan   Tarief onder AOW-leeftijd    Tarief boven

In woning van meer dan                                                                                                    AOW-leeftijd

-                                                     € 20.142                         36,55%                                        18,65%

€ 20.142                                       € 33.994                         40,85%                                         22,95%

€ 33.994                                       € 68.507                         40,85%                                         40,85%

€ 68.507                                                                                51,95%                                         51,95%

Eigenwoningregeling en kapitaalverzekering

Een van de voorwaarden om een vrijstelling voor een kapitaalverzekering eigen woning (KEW), een spaarrekening eigen woning (SEW) of een beleggingsrecht eigen woning (BEW) te kunnen benutten, was dat ten minste vijftien of twintig jaren jaarlijkse premie was voldaan. Deze voorwaarde is met ingang van 1 april 2017 komen te vervallen, waardoor onder voorwaarden ook al eerder een onbelaste uitkering uit die producten mogelijk is. In een besluit van 15 mei 2017 is opgenomen dat dit ook geldt voor kapitaalverzekeringen uit de periode 1992-2001. Met deze wijziging wordt dit onderdeel van het beleidsbesluit met ingang van 1 januari 2018 in de wet opgenomen.  

Wijzigingen Vennootschapsbelasting

De eerste tariefschijf van 20% wordt in 2018 verlengd van € 200.000 naar € 250.000.

Wijzigingen Omzetbelasting

De landbouwregeling wordt per 1 januari 2018 afgeschaft. Dit betekent dat landbouwers ook btw dienen af te dragen Tevens wordt het verlaagde btw-tarief van 6% voor levering en diensten aan veehouders, tuin-, bos- en landbouwers afgeschaft en wordt dit per 1 januari 2018 21%.

BPM bij ombouw bestelauto

Als een bestel auto binnen vijf jaar na eerste ingebruikneming wordt verkocht aan een particulier of wordt omgebouwd tot personenauto is alsnog BPM verschuldigd. Bij de bepaling van de waarde van de auto op dat moment mag rekening worden gehouden met de werkelijke waardevermindering.

Doorbelasten van OV-kosten

Hoeveel btw geldt bij het doorfactureren van OV-kosten? Het percentage volgt de geleverde dienst. Dus: niet de 6% die door de NS  in rekening wordt gebracht, maar 0%, 6% of 21%!

Spotify-abonnement

Zijn de kosten van een Spotify-abonnement voor een ondernemer aftrekbaar. Het antwoord op deze vraag is ja, als er een zakelijke reden aan het abonnement ten grondslag ligt. Denk bijvoorbeeld aan de fitnessinstructeur die de muziek gebruikt bij de sportlessen.

Nieuwe regels bij huwelijk na 1-1-2018

Onder het nieuwe huwelijksvermogensrecht dat op 1-1-2018 in zal gaan, ontstaat nier meer automatisch gemeenschap van goederen. Ik kan me voorstellen dat hierdoor meer stellen zullen gaan trouwen. Als je onder het huidige recht gaat trouwen, moet je langs de notaris voor huwelijkse voorwaarden als je geen gemeen-schap van goederen wilt. Huwelijkse voorwaarden doet afbreuk aan de romantiek van het huwelijk.

 In de kern regelt het nieuwe huwelijksvermogensrecht het volgende:

- voorhuwelijks niet-gezamenlijk vermogen blijft privé;

- verkrijgingen uit giften en erfenissen blijven privé;

- wat tijdens het huwelijk wordt gevormd, wordt gemeenschappelijk.

Btw-fraude en telecommunicatie diensten

In het verleden werd met onder meer telecommunicatieapparatuur op grote schaal carrouselfraude gepleegd. Ter bestrijding is voor deze producten een verplichte verleggingsregeling ingevoerd. Bij de transacties tussen ondernemers vindt dan geen fysieke heffing en aftrek van btw plaats. Er is nu ook btw-(carrousel)fraude met telecommunicatiediensten geconstateerd. De lijst met producten en diensten waarvoor een verplichte verleggingsregeling geldt, wordt hiermee uitgebreid. Tot die tijd zal een goedkeuring worden gegeven tot vrijwillige toepassing van de verleggingsregeling.

Belastingdienst stuurt brief na minimaal 1 jaar nihil aangiften btw

Medio september heeft de belastingdienst een brief gestuurd aan ondernemers die minimaal 1 jaar geen btw aan de belastingdienst hebben afgedragen of in aftrek hebben gebracht. Indien de onderneming niet is gestopt, stuur dan voor 10 oktober een brief. Na minimaal 1 jaar lang nihil aangiften te hebben ontvangen, gaat de belastingdienst ervan uit  dat de onderneming is gestopt.

Benut nieuwe tegemoetkoming bij lagere lonen

Sinds 2017 is er een fiscale tegemoetkoming in het uurloon voor lager betaald personeel. Het gemiddelde uurloon van de werknemer moet liggen tussen 100 en 125% van het minimumloon van een 23-jarige bij een 40-urige werkweek.

Bij een uurloon van € 9,54 tot en met € 10,49 geldt er een tegemoetkoming van € 1,01 per uur met een maximum van € 2.000.

Bij een uurloon van € 10,50 tot en met € 11,92 geldt er een tegemoetkoming van € 0,51 per uur met een maximum van € 1.000.

Het aantal verloonde uren dient minstens 1.248 te zijn. Het lage-inkomensvoordeel (LIV) wordt pas uitbetaald in 2018.

 

 

Lees verder
image
02 Jul

Nieuwsbrief juni 2017

NIEUWSBRIEF JUNI 2017

Het eerste halfjaar van 2017 zit er bijna weer op. Dit is voor accountants en belastingadviseurs vaak een drukke tijd. Als afsluiting van deze drukke tijd, ben ik een week op fietsvakantie geweest in de ‘hautes alpes’ in Frankrijk. Na deze ontspanning door inspanning wordt het weer tijd om de fiscale veranderingen en nieuwtjes te verzamelen in een nieuwsbrief.

Scholingsuitgaven
Uit een uitspraak van de Hoge raad blijkt dat kosten van cursussen, (beroeps)opleidingen en studie alleen in aanmerking kunnen worden genomen bij de bepaling van de winst uit onderneming of het resultaat uit overige werkzaamheden, als de kosten strekken tot het op peil houden van reeds verworven kennis. Indien de kosten betrekking hebben op nieuwe vakkennis te verwerven, waardoor de aard van de producten en/of diensten van de bestaande ondernemingsuitoefening een uitbreiding ondergaat, dan dienen deze kosten als scholingsuitgaven in de aangifte inkomstenbelasting in aanmerking te worden genomen. Een nadeel is dat hier een drempel van
€ 250 geldt.

Teruggaaf btw bij oninbare vorderingen
De regeling voor de teruggaaf van btw bij oninbare vorderingen is per 1-1-2017 versoepeld. De belangrijkste wijziging is dat het recht op teruggaaf in ieder geval ontstaat voor zover de vergoeding één jaar na opeisbaarheid geheel of gedeeltelijk nog niet is ontvangen. Een verdere vereenvoudiging is dat de ondernemer de teruggaaf zelf in mindering brengt in de aangifte en dus geen verzoek om teruggaaf meer hoeft te doen.

Vrijwilligersvergoeding
Als je bij een ANBI (algemeen nut beogende instellingen; bijvoorbeeld goede doelen) recht op een vrijwilligersvergoeding van € 125 per maand, maar daarvan afziet, dan trek je het bedrag als gift af. In de aangifte heeft mag je daarnaast niet nog reis- en andere kosten ter zake van je functie bij de ANBI in aftrek brengen. Omdat de vrijwilligersvergoeding juist voor deze kosten is bedoeld, is aftrek van deze kosten niet mogelijk. De reden hiervoor is dat de vrije vrijwilligersvergoeding fiscaaltechnisch geen vergoeding voor arbeid is, maar voor kosten.

Weer uitstel Wet DBA
Staatssecretaris van Financiën heeft de termijn waarbinnen de Belastingdienst niet handhaaft in het kader van de Wet DBA verlengd tot 1 juli 2018. Tot die tijd kunt u dus in beginsel zonder risico met ZZP-ers werken. Toch dient er wel grondig naar de overeenkomsten met ZZP-ers worden gekeken. Gaat de ZZP-er bijvoorbeeld een beroep doen op loondoorbetaling als hij ziek wordt.

Voorkomen of beperken van belastingrente over inkomstenbelasting
Bij een te betalen bedrag op een aanslag op een aanslag inkomstenbelasting kan belastingrente verschuldigd zijn. Belastingrente wordt berekend vanaf 6 maanden na afloop van het belastingjaar. Momenteel is de belastingrente voor de inkomstenbelasting vastgesteld op 4%. Door het tijdig indienen van een verzoek tot opleggen van een voorlopige aanslag of de aangifte inkomstenbelasting kan belastingrente worden voorkomen of beperkt.

Meer lijfrentepremie betaald dan aftrekruimte
Het komt in de praktijk nogal eens voor dat later blijkt dat lijfrentepremies ten onrechte niet in aftrek zijn gebracht. Tot 2009 moest in dergelijke gevallen de polis worden gesplitst in een box 1-deel (premie aftrekbaar, uitkering belast) en een box 3-deel (poliswaarde belast in box 3, uitkering onbelast). Sinds 2009 kan een nieuw-regimelijfrente niet meer gesplitst in box 1 en box 3 vallen. Box 1 is dwingend voorgeschreven. Sinds 2010 geldt dit ook voor oud-regimecontracten. Nu geldt het volgende. De lijfrentepolis valt volledig in box 1. Als in een jaar de premie niet (volledig) is afgetrokken, kan deze aan een uitkering worden toegerekend en blijft de uitkering in zoverre onbelast. De premie die daarvoor in aanmerking komt, is echter beperkt tot € 2.269 per jaar. Deze beperking geldt echter niet voor tot en met 2009 betaalde premies. De verzekeraar zal in deze gevallen gewoon loonbelasting inhouden over het volledige uitkeringsbedrag. Bij de Belastingdienst kan een 'Verklaring niet-afgetrokken premies of bedragen' worden aangevraagd. Met dit document is de verzekeraar gemachtigd om over het desbetreffende bedrag inhouding van LB achterwege te laten.Als een ondernemer of resultaatgenieter een werkruimte in zijn eigen woning heeft, kan hij alleen onder strenge voorwaarden de kosten van deze werkruimte aftrekken. Zo moet het gaan om een zelfstandig deel van de woning. Als de ondernemer of resultaatgenieter niet elders over een andere werkruimte beschikt, moet hij voldoen aan twee toetsen. Ten eerste moet hij minstens 70% van zijn arbeidsinkomen in of vanuit de werkruimte verdienen. Daarnaast moet hij minstens 30% van zijn arbeidsinkomen behalen in de werkruimte. In dit verband bestaat het arbeidsinkomen uit ondernemingswinst, belastbare loon en resultaat uit overige werkzaamheden. Hof Den Haag heeft geoordeeld dat men bij deze toetsen het loon uit vroegere dienstbetrekking ook rekent tot het ‘arbeidsinkomen’. In de zaak voor het hof bestond het arbeidsinkomen van een resultaatgenieter voor bijna 69% uit loon uit vroegere dienstbetrekking. Daardoor voldeed hij niet aan de eerste toets en mocht hij de kosten van de werkruimte in zijn eigen woning niet aftrekken.

Geen aftrek werkruimte bij te groot aandeel pensioen

Als een ondernemer of resultaatgenieter een werkruimte in zijn eigen woning heeft, kan hij alleen onder strenge voorwaarden de kosten van deze werkruimte aftrekken. Zo moet het gaan om een zelfstandig deel van de woning. Als de ondernemer of resultaatgenieter niet elders over een andere werkruimte beschikt, moet hij voldoen aan twee toetsen. Ten eerste moet hij minstens 70% van zijn arbeidsinkomen in of vanuit de werkruimte verdienen. Daarnaast moet hij minstens 30% van zijn arbeidsinkomen behalen in de werkruimte. In dit verband bestaat het arbeidsinkomen uit ondernemingswinst, belastbare loon en resultaat uit overige werkzaamheden. Hof Den Haag heeft geoordeeld dat men bij deze toetsen het loon uit vroegere dienstbetrekking ook rekent tot het ‘arbeidsinkomen’. In de zaak voor het hof bestond het arbeidsinkomen van een resultaatgenieter voor bijna 69% uit loon uit vroegere dienstbetrekking. Daardoor voldeed hij niet aan de eerste toets en mocht hij de kosten van de werkruimte in zijn eigen woning niet aftrekken.

 

 

Lees verder
image
31 Oct

Nieuwsbrief oktober 2016

                                                                                             NIEUWSBRIEF OKTOBER 2016

De meeste ondernemers zijn deze maand bezig met het verzorgen van de kwartaal- of maandaangifte omzetbelasting of laten dit verzorgen door de accountant. Aangezien wij nu in de 10e maand van het jaar zitten, is er bij de ondernemers al aardig zicht op het ondernemingsresultaat dit jaar. Wellicht zijn er al ondernemers die de belastingdienst willen verzoeken om een (hogere) aanslag 2016 te laten opleggen. Dit kan belastingrente besparen en/of box 3-belasting. Hieronder treft u –voor deze maand –weer een aantal fiscale feitjes en nieuwtjes aan.

In welke belastingschijf zit ik nu met mijn inkomen?

In Nederland heb je vier belastingschijven. Echter doordat nu de arbeids- en algemene heffingskorting beiden afhankelijk zijn gemaakt van het inkomen, zijn er nu wel 9 belastingtarieven in de inkomstenbelasting.

Inkomen

Marginale progressiefactor

Opbouw van de factor

€0 - €6.351

0%

per saldo geen IB verschuldigd door algemene heffingskorting en arbeidskorting

€6.351 - €9.010

34,69%

tarief 1ste schijf 36,5% minus 1,81% groei-arbeidskorting

€9.010 - €19.462

16,821%

tarief 1ste schijf 36,5% minus 19,679% groei-arbeidskorting

€19.462 - €19.822

36,5%

tarief 1ste schijf

€19.822 - €49.770

44,32%

tarief 2e/3e schijf 42% plus 2,32% afname algemene heffingskorting

€49.770 - €56.934

48,32%

tarief 3e schijf 42% plus 2,32 afname algemene heffingskorting, plus 4% afname arbeidskorting

€56.934 - €57.585

46%

tarief 3e schijf 42% plus 4% afname arbeidskorting

€57.585 - €100.670

56%

tarief 4e schijf 52% plus 4% afname arbeidskorting

€100.670+                       

52%

 

 Wanneer valt mijn inkomen als vrijwilliger onder de vrijwilligersregeling?

Uw inkomen valt onder de volgende voorwaarden onder de vrijwilligersregeling:

  1.        U doet werk voor een organisatie die geen aangifte vennootschapsbelasting hoeft te doen, een sportorganisatie of een algemeen nut beogende instelling (ANBI)
  2.        De vergoeding mag maximaal € 4,50 per uur zijn (of maximaal € 2,50 voor iemand jonger dan 23 jaar)
  3.        De vergoeding mag tevens maximaal € 150 per maand zijn
  4.        De vergoeding mag tevens maximaal € 1.500 per jaar zijn

Let op! Krijgt de vrijwilliger een bijstandsuitkering? Dan verandert de hoogte van zijn uitkering als de vergoeding voor het vrijwilligerswerk meer is dan € 95 per maand en meer is dan € 764 per jaar. Deze beperking geldt niet als het gaat om vrijwilligerswerk dat de gemeente noodzakelijk vindt voor de re-integratie.

Mooier kunnen we het niet maken: overheid betaalt de helft van de factuur van mijn adviseur

Wilt u zich verder richten op de buitenlandse markten heeft u hierbij fiscale of juridische ondersteuning nodig? Vanaf 1 oktober kan u een kennisvoucher internationaal ondernemen aanvragen. U krijgt dan 50% tegemoetkoming in de kosten. De kennisvoucher is voor Nederlandse MKB-ondernemingen met (enige) internationale ervaring. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert deze regeling uit.

Studietoelage kind uit de BV?

Als u uw kind wilt behoeden voor een torenhoge studieschuld, dan is het wellicht een optie hem parttime, bijvoorbeeld één dag per week, in dienst bij uw BV te nemen. Als u het goed uitkient, betaalt uw kind weinig of geen belasting, terwijl het betaalde loon voor uw BV wel aftrekbaar is. Tot een loon van € 6.351 hoeft, alleen al als gevolg van de arbeids-  en algemene heffingskorting, geen belasting te worden betaald. Tot dit salaris is bruto dus gelijk aan netto. De werkzaamheden van uw zoon of dochter moeten uiteraard wel reëel zijn en daadwerkelijk verricht te worden.

Ben ik nu wel of niet ondernemer?

Om inzicht te krijgen over uw fiscale status zou u de Ondernemerscheck van de Belastingdienst kunnen doen (http://www.belastingdienst-ondernemerscheck.nl/). Als deze een positieve uitslag geeft, kan u een afschrift daarvan bewaren en eventueel ook aan uw opdrachtgever geven. Het stuk kan bij een eventuele latere discussie met de Belastingdienst worden overlegd.

Voor de opdrachtgever en opdrachtnemer bestaat de meeste duidelijkheid natuurlijk uit een goedgekeurde bij de belastingdienst geregistreerde (model)overeenkomst conform de wet DBA.

Tevens heeft Staatssecretaris Wiebes de volgende toelichting gegeven op wel of geen ondernemerschap:

De Staatssecretaris van Financiën noemt een aantal situaties waarin geen sprake kan zijn van het werken buiten dienstbetrekking: "Ook de leraar die (soms tijdelijk) geschiedenis geeft op de middelbare school is (en was) volgens de wet nu eenmaal geen ondernemer. De verpleegster in het ziekenhuis ook niet. Een ICT-er die werkt voor een grote opdrachtgever mogelijk wel, maar niet als hij jarenlang, op vaste werkdagen bij dezelfde opdrachtgever werkt onder gezag van een projectleider van de opdrachtgever. Ook een chauffeur zonder eigen vrachtwagen, die voor zijn opdrachtgever een vaste route rijdt, onderscheidt zich in niets van een werknemer." Brief Staatssecretaris van Financiën van 19 september 2016, nr. 2016-0000142850. De Staatssecretaris van Financiën merkt op dat het gedurende lange tijd voor één opdrachtgever werken een indicatie kan zijn voor een dienstbetrekking: "Meer in algemene zin is een langere termijn een aanwijzing dat er sprake is van werknemerschap, mede in het licht van de fictieve dienstbetrekking voor uitzendkrachten. Hiervoor heeft de Belastingdienst een vuistregel goedgekeurd die de staatssecretaris heeft opgenomen in de bijlage bij zijn brief over de Eerste voortgangsrapportage Wet DBA. Als door de Belastingdienst geboden handreiking bij de invulling van deze open norm mag de gebruiker van de overeenkomst van tussenkomst, zoals een intermediair een termijn van 8 maanden hanteren, waarbij de inspecteur aannemelijk kan maken dat een gebruikelijke duur korter is en de gebruiker aannemelijk kan maken dat die termijn langer is. Deze 8 maanden zijn de rekenkundige benadering van 70% van de duur van een jaar. Met deze bewijslastverdeling is de 8 maanden daarmee niet een in beton gegoten” zekerheid. Meer in algemene zin is een langere termijn een aanwijzing dat er sprake is van werknemerschap, mede in het licht van de fictieve dienstbetrekking

 

Lees verder