Artikelen

image
31 Aug

Nieuwsbrief augustus 2015

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS 2015

Transitievergoeding tijdelijk dienstverband

De werkgever is de transitievergoeding ook bij een tijdelijk dienstverband verschuldigd. Dit is het geval als de werknemer twee jaar of langer in dienst is geweest. De hoofdregel is 1/6 maandsalaris per elk half dienstjaar.

Voorbeeld:

Een werkgever heeft op 1 januari 2015 vijf mensen in dienst genomen met een tijdelijk contract van 24 maanden met een maandloon van € 2.500. Er is sprake van 4 halfjaar periodes. Over elk van deze periodes is per tijdelijke kracht 1/6 x € 2.500 verschuldigd. De werkgever is ultimo 2016 een vergoeding verschuldigd van € 1.667 per persoon, in totaal € 8.335. Ter zake is een voorziening mogelijk, omdat de desbetreffende last voorzienbaar is en bedrijfseconomisch toerekenbaar is aan de periode waarin de werkzaamheden worden verricht. 

Verdwijnen VAR-verklaring

De Eerste Kamer buigt zich momenteel over het wetsvoorstel Wet deregulering arbeidsrelaties. Als de Eerste Kamer dit wetsvoorstel aanneemt, zal de Verklaring arbeidsrelatie per 1 januari 2016 niet meer bestaan. Opdrachtgevers moeten dan zelf toetsen of degene die werkzaamheden voor hen verricht een echte zelfstandige is of niet. En dat kan bij een foutieve inschatting wel eens nadelig uitpakken.
 
Goedgekeurde overeenkomst
Om enige zekerheid te krijgen, bestaat wel de mogelijkheid de met de derde(n) gesloten overeenkomst(en) voor te leggen aan de Belastingdienst. De Belastingdienst zal dan op basis van de overeenkomst een voorlopig oordeel vellen over de aard van de arbeidsrelatie: dienstbetrekking of niet. Over de fiscale positie van de derde geeft de Belastingdienst op dat moment geen oordeel.
 
Ook is het mogelijk om een door de Belastingdienst “goedgekeurde” voorbeeldovereenkomst te hanteren. Het streven van de Belastingdienst is vanaf september 2015 zo’n 40 van dit soort overeenkomsten te publiceren. Met het afsluiten van een overeenkomst op basis waarvan de Belastingdienst heeft geoordeeld dat deze niet leidt tot een dienstbetrekking, zijn overigens niet alle risico’s verdwenen. De overeenkomst moet ook naar de letter (kunnen) worden nageleefd.
 
Stappenplan verdwijnen VAR
Veel arbeidsrelaties, waarbij de opdrachtgever beschikt over een VAR-DGA of een VAR-WUO, kunnen bij nadere beschouwing kwalificeren als een dienstbetrekking. Nu maakt dat voor de opdrachtgever niet uit, die is gevrijwaard van naheffingen. En dat is ook de reden waarom de VAR moet verdwijnen.

Opdrachtgevers adviseren wij de volgende stappen te nemen:

1. Bekijk de huidige overeenkomst
 
  Bevat deze elementen die wijzen op een dienstbetrekking? Zo ja, pas de overeenkomst dan indien mogelijk aan.
 
2. Bekijk de feitelijke uitvoering van de overeenkomst
Is er toch een dienstbetrekking? Bijvoorbeeld doordat de opdrachtnemer zich aan (veel) spelregels moet houden, vakantiegeld of -dagen krijgt? (let op: financiële afhankelijkheid van één opdrachtgever kan ook duiden op een dienstbetrekking) Als dit het geval is, bekijk dan of het mogelijk is de wijze waarop en de condities waaronder de werkzaamheden worden verricht aan te passen. Uiteraard moeten ook nu het papier en de feiten overeenstemmen.
 
3. Afstemmen met de belastingdienst
Om zekerheid te krijgen, en in ieder geval geen discussie achteraf over de overeenkomst zelf, adviseren wij u de overeenkomst af te stemmen met de Belastingdienst. Doe dit zo snel mogelijk, dan is het wellicht nog mogelijk de overeenkomst voor 1 januari aan te passen.
 
4. Ga met de opdrachtnemer in gesprek
De nieuwe regels gelden niet alleen voor nieuwe overeenkomsten, maar ook al lopende overeenkomsten. Bespreek met de opdrachtnemer de overeenkomsten en de wijzigingen per 1 januari 2016

Conclusie

Onderschat de gevolgen niet. Als een opdrachtnemer achteraf toch een werknemer blijkt te zijn, kan alleen een naheffing van de premies al oplopen tot zo’n € 5.000 tot € 7.000 per werknemer per jaar. En als de opdrachtnemer zijn inkomstenbelasting niet helemaal heeft betaald, kan dat bedrag nog fors oplopen. Los van eventuele boetes.

Teruggaaf verzoek buitenlanse BTW

Hebt u in Nederland recht op (gedeeltelijke) aftrek van voorbelasting, dan kunt u de buitenlandse btw (gedeeltelijk) terugvragen.
 
Aanvragen inloggegevens portaalsite belastingdienst
Voor het indienen van het elektronische teruggaafverzoek moet u inloggegevens aanvragen bij de Belastingdienst. Dit kan online, via www.belastingdienst.nl. Houd u er rekening mee dat het toekennen van de inloggegevens een aantal weken kan duren.
 
Voskuilen Belastingadvies kan als intermediair namens u het teruggaafverzoek indienen. Maar ook dan moet u inloggegevens aanvragen en Voskuilen Belastingadvies via de portaalsite machtigen om het teruggaafverzoek namens u in te dienen.
 
Boeterente en rentemiddeling
Een alternatief voor boeterente is rentemiddeling. Hieronder wordt verstaan dat de boeterente bij ‘oversluiten’ niet in een keer hoeft te worden betaald, maar wordt ‘uitgesmeerd’ over de nieuwe rentevastperiode. De compensatie van de bank vindt plaats door middel van een opslag op de rente. Stel de boeterente bedraagt € 12.000, de hoofdsom € 250.000 en de looptijd/renteherzieningstermijn 10 jaar. Op basis van een rekenrente van 5% kan een annuïteit worden berekend van € 1.554. Dit is 0,6216% van de hoofdsom. Dit wordt dan de renteopslag. Bij rentemiddeling loopt de bank het risico van vervroegde aflossing bij verkoop van de woning. Ter compensatie van dit nadeel wordt een extra opslag op de rente toegepast.
 
Nieuwe auto kopen
Bent u van plan een nieuwe auto te kopen, die pas in 2016 wordt geleverd? Hieronder treft u de nieuwe bijtellingspercentages voor het jaar 2016 aan:
 
 CO2-Uitstoot â€‹ Percentage bijtelling 2016
 0 gr/km​ ​4%
 â€‹1 t/m 50 gr/km 15%
 51 t/m 106 gr/km​ 21%
 107 gr/km en meer 25%
 
Hypotheek van de BV
Als de bv vrije liquiditeit genereert, kunt u overwegen uw woning te (her)financieren met een hypotheek van de bv. Op deze manier kunt u de marge van de bank tussen de vergoeding op spaargelden/deposito’s en hypotheekleningen in eigen zak houden. Stel dat € 100.000 aan liquiditeit van de bv bij de bank uitstaat tegen een rentevergoeding van 1% en dat u op uw hypotheek bij diezelfde bank 4% rente betaalt, dan kunt u via de hypotheek van de bv feitelijk € 3.000 besparen.
 
Meer lijfrentepremie betaald dan aftrekruimte
De Staatssecretaris heeft in juni 2015 een regeling getroffen voor de belastingvrije terugbetaling van het niet-aftrekbare deel van de inleg in lijfrenten en bankspaarrekeningen. De goedkeuring geldt voor betalingen die zijn gedaan in het kalenderjaar van het verzoek en de vijf daaraan voorafgaande jaren. Bij een in 2015 gedaan verzoek geldt dit dus voor vanaf 2010 betaalde bovenmatige premies/inleg. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:
 
− De belastingplichtige doet een verzoek om toestemming aan de inspecteur tot terugstorting van het te veel betaalde bedrag door de bank/verzekeraar. Dit verzoek moet uiterlijk 31 december 2017 door de inspecteur zijn ontvangen. − Voor zover de belastingplichtige aftrekmogelijkheden heeft, moeten deze worden toegepast.
− De belastingplichtige neemt het terug te storten bedrag alsnog op in zijn rendementsgrondslag van box 3 van de relevante jaren. Als de belastingplichtige een verzoek om terugstorting doet aan de inspecteur gaat hij er mee akkoord dat de inspecteur de rendementsheffing navordert.
 
Elektronische diensten

Elektronische diensten zijn diensten die via internet of een elektronisch netwerk worden verleend, wegens hun aard grotendeels geautomatiseerd zijn en slechts in geringe mate menselijk ingrijpen vergen en zonder informatietechnologie niet kunnen worden verricht. Met ingang van 2015 zijn alle telecoomunicatie-, omroep- en elektronische diensten in de b2c-sfeer (ondernemer factureert aan particulier) belast in het land van de afnemer. Als de klant in een ander EU-land woont, dan betaalt de ondernemer btw u dat land. Als de klant buiten de EU woont, dan hoeft de aanbieder geen EU-btw te betalen.

Lees verder
image
03 Apr

Nieuwsbrief april 2015

NIEUWSBRIEF APRIL 2015

Naheffing belastingdienst over het jaar 2014

Bij loon uit dienstbetrekking is het normaal gesproken zo dat de werkgever precies voldoende loonbelasting inhoudt, zodat de werknemer bij de aangifte inkomstenbelasting niets meer is verschuldigd over het loon. In 2014 zijn echter een aantal belastingregels veranderd. Zo is de algemene heffingskorting en de arbeidskorting inkomensafhankelijk geworden. Doordat de wijzigingen niet volledig in de salarissystemen van werkgevers konden worden verwerkt, hebben zij ook onvoldoende rekening kunnen houden met de wijziging van de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Vooral bij mensen met een inkomen hoger dan € 56.000, leidt dit tot aanzienlijke naheffingen of lagere belastingteruggaven.

Aansprakelijkheid van schulden bij nieuwe en/of oude vennoten van een VOF/CV

Vennoten van een VOF en de beherende vennoten van een CV zijn hoofdelijk aansprakelijk voor verbintenissen van de vennootschap. Bij latere toetreding van een vennoot tot een reeds bestaande VOF of CV was het lange tijd onduidelijk of hij ook hoofdelijk aansprakelijk werd voor de verplichtingen van de vennootschap die waren aangegaan vóórdat hij vennoot werd. Onlangs kwam deze vraag aan de orde in een zaak waarbij het pensioenfonds een later toegetreden vennoot van een VOF voor het geheel aansprak voor alle nog te betalen pensioenpremies. Het Hof zei daarover in hoger beroep dat de nieuwe vennoot niet aansprakelijk was voor de schulden die vóór zijn toetreding waren ontstaan.

Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad heeft echter bepaald dat de schuldeisers van een vennootschap alle vennoten toch voor het geheel kunnen aanspreken, ongeacht het moment waarop een vennoot is toegetreden. De Hoge Raad motiveert dit door te zeggen dat in de Wet geen beperking te lezen valt en dat de strekking van de Wet de aansprakelijkheid voor alle vennootschappelijke verplichtingen inhoudt. Zij beogen namelijk een onvoorwaardelijke bescherming aan schuldeisers te bieden voor de situatie dat het vermogen van de vennootschap onvoldoende verhaal biedt aan haar schuldeisers.
 
Deze uitspraak stipt dan ook het belang aan om bij voorgenomen toetreding tot een VOF, een goed onderzoek te doen naar de bestaande verplichtingen en zo nodig garanties/vrijwaringen te bedingen bij de andere vennoten voor aansprakelijkheid voor verplichtingen die zijn ontstaan voor het moment van toetreding.
 
Schulden aan kredietinstellingen
Indien u als vennoot uit een VOF treedt, schrijft u zich uit bij de Kamer van Koophandel. Wordt de onderneming voortgezet door de achterblijvende vennoot en is er nog sprake van een schuld aan een kredietinstelling, zorg dat u zich ook bij de kredietinstelling afmeldt als verantwoordelijke voor deze lening. Indien u dit niet doet, dan zal de kredietinstelling ook bij u de schuld kunnen innen. Dit is het geval indien de achterblijvende vennoot de aflossingsverplichting niet meer kan voldoen.
 
Herziening standpunt Belastingdienst personeelsfeesten

De op de personeelsactiviteit betrekking hebbende reis- en verblijfskosten kunnen voor zover de activiteiten een zakelijk karakter dragen onder de gerichte vrijstellingen worden geplaatst. Voor zover de activiteiten in overwegende mate een consumptief karakter dragen, kunnen zij als eindheffingsbestanddeel worden aangewezen. De invulling van het programma en de tijdsbesteding zijn daarbij richtinggevend. Tijdens een online seminar van de Belastingdienst, gehouden op 3 februari 2015, is aangegeven dat ook maaltijden en consumpties tijdens een bedrijfsfeest na een studiedag 'in het kader van de dienstbetrekking', onder de gerichte vrijstellingen zouden kunnen vallen. Alleen de kosten voor het echte vermaak, bijvoorbeeld een optredende artiest, zouden niet onder een gerichte vrijstelling kunnen worden geschaard. Op 17 maart 2015 heeft de Belastingdienst voornoemde toezegging echter ingetrokken. De lunch en reiskosten die deel uitmaken van een studiedag kunnen onbelast worden verstrekt, maar het vermaak en ook de daarbij behorende consumpties, reiskosten, e.d. vormen loon.

Tijdig betalen omzetbelasting

De omzetbelasting is een zogenoemde voldoeningsbelasting. De ondernemer draagt de belasting af op aangifte. Als hij op tijd aangifte doet maar te laat betaalt, krijgt hij een verzuimboete. Deze bedraagt 3% van het niet betaalde bedrag met een minimum van € 50 en een maximum van € 4.920. Bij stelselmatig verzuim kan de boete oplopen tot € 5.278.

Als betaling achterwege blijft, moet ervan worden uitgegaan dat de aangifte niet is gedaan. Dat is ook de reden waarom de belastingdienst in een dergelijk geval geen uitstel verleent. Men moet de naheffingsaanslag afwachten, daarna kan het uitstelverzoek worden ingediend. De betalingsverzuimboete vervalt als het uitstel wordt toegekend.

Ofschoon de belastingdienst pas uitstel kan verlenen nadat de naheffingsaanslag is opgelegd, zou men de betalingsproblemen wel alvast kunnen aankaarten. Als de naheffingsaanslag dan komt, is de ontvanger ter zake reeds geïnformeerd en kan het kortdurend uitstel of de betalingsregeling mogelijk sneller worden toegekend.

Als men van oordeel is dat de betalingsproblemen weleens onoverkomelijk zouden kunnen zijn, moet een melding betalingsonmacht worden gedaan. De melding van betalingsonmacht dient uiterlijk plaats te vinden twee weken na de dag waarop de desbetreffende bedragen uiterlijk hadden moeten zijn afgedragen.

 
Lees verder
image
03 Feb

Nieuwsbrief februari 2015

AANGIFTE INKOMSTENBELASTING 2014

Het jaar 2014 is al weer een maand ten einde. Dit betekent dat de aangifte Inkomstenbelasting weer kan worden gedaan. Indien de belastingdienst een uitnodiging tot het doen van aangifte inkomstenbelasting 2014 heeft verzonden, bent u verplicht de aangifte in te dienen. Indien u geen uitnodiging tot het doen van aangifte heeft ontvangen, kan het in sommige gevallen toch raadzaam te zijn om aangifte te doen. Hieronder treft u een aantal aftrekposten aan die tot een belastingteruggaaf kunnen leiden.

Kosteloos giften doen  

Eind 2014 heeft Staatssecretaris Wiebes van Financiën het besluit voor giftenaftrek aan algemeen nut beogende instellingen (ANBI's) en verenigingen in de inkomstenbelasting geactualiseerd. Voor gewone giften geldt voor de aftrekbaarheid een inkomensdrempel. Wanneer echter sprake is van een periodieke gift, is deze drempel niet van toepassing en kan de gift jaarlijks tegen maximaal 52% (in box 1) worden afgetrokken. Sinds 2014 hoef je niet meer noodzakelijkerwijs naar de notaris om periodieke giften vast te leggen, maar kan je voor het doen van periodieke giften (minimaal 5 jaarlijkse termijnen) in geld of in natura een schriftelijke overeenkomst opstellen of de voorbeeldformulieren van de belastingdienst gebruiken. De voorbeeldformulieren kan men downloaden van de website www.belastingdienst.nl.

Uitgaven voor levensonderhoud kinderen jonger dan 21 jaar

Indien u een kind jonger dan 21 jaar heeft, welke niet bij u staat ingeschreven en tevens niet voldoende inkomsten (geen studiefinanciering) heeft om in zijn onderhoud te voorzien, levert dit een aftrekpost op tussen de € 820 en de € 3.000. U dient dan wel minimaal € 408 per kwartaal aan uw kind uitgeven.

Ontvangen partneralimentatie

De kosten die u maakte om de partneralimentatie en de afkoopsommen daarvan te krijgen of te behouden mag u aftrekken.

Het gaat bijvoorbeeld om:

-advocaatkosten

-telefoonkosten

-portokosten

-reiskosten

-incassokosten

 Kwijtschelding durfkapitaal

Indien u een lening heeft verstrekt aan een startende ondernemer en u heeft deze lening kwijtgeschilden, kan u - onder voorwaarden - het bedrag van de lening in aftrek nemen.

Studiekosten en overige scholingsuitgaven

U mag uw studiekosten of andere scholingsuitgaven onder de volgende voorwaardeb aftrekken:

-U of uw fiscale partner maakten de kosten van de studie

-De opleiding of de studie was gericht op uw beroep of toekomstige beroep

-Er was sprake van een leertraject

-Uw totale kosten minus eventuele vergoedingen waren hoger dan € 250. De kosten boven deze drempel mag u aftrekken.

ONDERNEMERS EN ZAKELIJKE AFTREKPOSTEN

Indien u kosten heeft gemaakt voor uw onderneming of als alfahulp of freelancer en u twijfelt of deze door de belastingdienst wel als 100% zakelijke kosten in aftrek mogen worden genomen, dan kunnen wij samen bekijken of de kosten (gedeeltelijk) in aftrek mogen worden genomen. Het belangrijskte is dat u de bonnen in bezit heeft.

INFORMATIE EN UITSTEL

Wilt u meer informatie over aftrekposten of wenst u uw aangifte inkomstenbelasting te laten regelen door Voskuilen belastingadvies, neem dan contact op met Kees Voskuilen (info@voskuilenbelastingadvies.nl). Wij kunnen tevens om uitstel verzoeken voor het indienen van de aangifte Inkomstenbelasting tot 1 mei 2016, mocht u dit wensen.

 

 

 

Lees verder
image
26 Nov

Fiscaal nieuws december 2014 + eindejaarstips 2014

FISCAAL NIEUWS DECEMBER 2014

1) VAR wordt BGL

De verklaring arbeidsrelatie (VAR) verdwijnt in 2015. De VAR 2015 is waarschijnlijk geldig tot 1 juli 2015. Vanaf 1 juli 2015 is de verwachting dat de Beschikking Geen Loonheffing (BGL) wordt ingevoerd. Bij de VAR toetste de belastingdienst waar uw werkzaamheden onder vielen en of er loonheffing diende te worden ingehouden. Bij de BGL moet uw opdrachtgever toetsen of de omstandigheden en voorwaarden waaronder u de werkzaamheden uitvoert, overeenkomen met de omstandigheden en voorwaarden die in de BGL staan. Alleen als deze overeenkomen met de praktijk, geldt de vrijwarende werking van de beschikking en hoeft de opdrachtgever geen loonheffingen in te houden en te betalen. Het kan voorkomen dat u meerdere BGL's dient aan te vragen bij verschillende activiteiten en/of omstandigheden. Let wel, u bent niet verplicht de BGL aan te vragen of te gebruiken wel kunnen uw opdrachtgevers erom vragen. De aanvraag BGL dient u zelf te verzorgen middels uw DigiD.

 

 

 EINDEJAARSTIPS 2014

  •  Keer nog dividend uit in 2014

In 2014 is het aanmerkelijk belangtarief tijdelijk verlaagd van 25% naar 22% voor de eerste € 250.000 (fiscale partners € 500.000). Door een dividenduitkering nog in 2014 te verrichten, bespaart u dus maximaal € 7.500 netto (3% over maximaal € 250.000). Voor fiscale partners geldt het dubbele bedrag. Let er wel op dat er voldoende ruimte is om dividend uit te keren. Vooral bij BV’s met een pensioenvoorziening is voorzichtigheid geboden.

 

Lees verder